dinsdag 31 mei 2016

Nico Dijkshoorn: Klein geluk

Geluk zit in een klein hoedje



Vlak voor het verschijnen van Aftrappen, de nieuwe bundel met columns die Nico Dijkshoorn de afgelopen maanden schreef voor het weekblad Voetbal International, besloten ze bij de uitgeverij het roer volledig om te gooien. Een hoge piet van de afdeling marketing had met een PowerPoint presentatie aan de directie duidelijk gemaakt dat Nico anders in de markt moest worden gezet. Met wat meer de nadruk op zijn zachte en aaibare kant. Als een mens met gevoelens en diepere emoties dan je op het eerste gezicht misschien zou denken. Zowel de titel als de omslag moesten op het allerlaatste moment veranderen, ook al zou dat tot verwarring in de boekwinkel en bij de fans van Nico Dijkshoorn zorgen. 

- “Heeft u Aftrappen van Nico Dijkshoorn?”. 

De verkoper achter de toonbank schudt voorzichtig zijn hoofd. Die ziet de bui al hangen. 

- “Nee, die heb ik niet. Maar wel zijn nieuwe boek: Klein Geluk.”
- "Huh? Klein Geluk? Klein Geluk? Ik zoek geen roman van Connie Palmen! Al helemaal geen dichtbundel van Arie Boomsma! Ik wil het nieuwe boek van Nico Dijkshoorn: Aftrappen.”
- “Sorry. Het spijt mij echt, maar die titel hebben ze aangepast. Het heet nu Klein geluk”
- “Wat nou Klein geluk? Wat is dat nou weer voor een domme titel. Boeken van Nico hebben andere titels. Natrappen, Affluiten, van mijn part Matennaaien. Maar geen Klein geluk. Stomme eikel! Met je lullig boekwinkeltje.” 
- “Sorry. Ik zei toch sorry.”

Op de PowerPoint presentatie zag het er geweldig uit. Ook de foto moest anders. Geen Nico Dijkshoorn die met een wat filosofische blik in zijn ogen naar iets in de verte kijkt. Waarschijnlijk naar de klok om te zien hoelang hij zijn lach al had ingehouden. Met zijn hoedje. Op de nieuwe foto moest hij net als Pipo de Clown zijn hoofddeksel een beetje afnemen als een soort saluut aan de lezer. Dat was pas een staaltje marketing. Iets waar de echte uitgeverijen een puntje aan konden zuigen. Het hoofd van de afdeling marketing kreeg een staande ovatie van de directieleden. 

Het nieuwe boek van Nico Dijkshoorn heet dus op het laatste moment geen Aftrappen maar Klein geluk. Daar is niets meer aan te doen en moeten we dus maar mee zien te leven. Het leest in het begin natuurlijk wel even anders. Wat onwennig. Intiemer misschien. Je durft niet meteen hard te lachen, want dan passen die titel en nieuwe foto niet meer zo goed bij het boek. Nico schrok zich ook een hoedje toen hij het tijdens de aanvullende fotoshoot van zijn uitgeverij te horen kreeg. Dat is duidelijk aan die nieuwe omslag te zien. Gelukkig maken de columns alles goed en na een paar bladzijden ben je al die slimmigheden van de uitgever alweer vergeten en kan je ouderwets en ongenadig in de lach schieten. Met een zeer aparte bril bekijkt Dijkshoorn de voetballerij en weet ze telkens weer een behoorlijke spiegel voor te houden. Niemand ontkomt eraan. Neem je jezelf te serieus, dan ben je aan de beurt. Zoals het ook hoort. In totaal bevat Klein geluk zevenenveertig columns waarin Dijkshoorn de voetballerij weer in het juiste perspectief plaatst. Over Jasper Cillessen, Dirk Kuijt, Michiel Kramer, Louis van Gaal, Foppe de Haan, ADO Den Haag, Johan Cruijff, Co Adriaanse en – natuurlijk – Buik Reffels. Als toegift staat er nog een mooi verslag in van de eerste ontmoeting van Dijkshoorn met Wim van Hanegem. Een waardige afsluiting van een prachtig voetbalboek waar je ouderwets om kan janken van plezier.

Dat hoedje op de voorkant staat Nico overigens geweldig. Hij heeft echt een hoedjeshoofd. Als je vroeger wel eens dacht dat je iets vreemds zag in zijn gezicht, iets wat je niet helemaal kon plaatsen, dan weet je nu wat het is. Het hoedje ontbrak. Niemand kan een hoedje zo overtuigend dragen als Nico Dijkshoorn. Met klasse en stijl. Plotseling begrijp ik waarom ze bij de uitgeverij gekozen hebben voor die titel: Klein geluk. Dat zit namelijk – zoals wel vaker – in een klein hoedje.


Klein geluk
Nico Dijkshoorn
Uitgeverij Voetbal International
Prijs: € 14,95





zondag 29 mei 2016

Hjorth Rosenfeldt: het familiegraf

Niet het beste deel



Het derde boek van de Bergmankronieken is niet het beste deel in de serie, maar ondanks dat is Het familiegraf wel een meer dan uitstekende thriller. Het verschil tussen dit boek en de twee eerder verschenen delen is mogelijk vooral gevoelsmatig. Misschien ook persoonlijk. Het komt wat minder snel op gang en er lopen net iets teveel lijntjes door het verhaal waardoor je aandacht op bepaalde momenten wordt afgeleid van de kern van het geheel. Opvallend is vooral hoe de narcistische Sebastian Bergman briljant is in zijn werk als uiterst getalenteerde psycholoog, maar in zijn pogingen om in zijn privéleven een aantal brokstukken te lijmen wel heel erg veel aan het toeval lijkt over te laten. Doortrapte criminelen straffen ieder foutje af en de rechercheurs van de Nationale Recherche weten door hun nauwgezette onderzoeken bijna altijd de onderste stenen boven te krijgen. De activiteiten van Bergman blijven echter onopgemerkt terwijl daar op sommige momenten vrij makkelijk doorheen geprikt kan worden. 

Het staat in schril contrast met de rest van het verhaal van Het familiegraf. Misschien dat de auteurs in hun poging om van Sebastian Bergman de minst sympathieke hoofdpersoon van een misdaadserie te maken bewust bepaalde zaken op hun beloop laten. Hopelijk alleen in dit derde deel, want in het vervolg van de serie zal het als een etterende wond alleen maar de kwaliteit van de boeken kunnen beïnvloeden. En kwaliteit is wel degelijk het woord dat je aan de serie van Michael Hjorth en Hans Rosenfeldt mag ophangen. Het familiegraf zit goed in elkaar en na het wat moeizame begin komt het verhaal in de tweede deel van het boek in een achtbaan van emoties, geweld en intriges terecht. Als lezer krijg je nog nauwelijks de kans om op adem te komen en rol je van de ene in de andere gebeurtenis. Soms is het onderlinge verband niet meteen zichtbaar maar aan het eind weten de auteurs alle lijntjes op een overtuigende manier bij elkaar te brengen en krijg je het overzicht voorgeschoteld dat misschien niet 100% bevredigend is maar wel aansluit bij de actualiteit van onze huidige maatschappij. 

Het boek eindigt met een cliffhanger welke vooral schokkend is en op het oog weinig te raden overlaat. Het geeft aan dat de serie in het vierde deel mogelijk een iets andere kant zal opgaan en dat de auteurs niet bang zijn om harde beslissingen te nemen. Wat de kwaliteit van de serie waarschijnlijk alleen maar verder zal doen toenemen. 


Het familiegraf
Hjorth Rosenfeldt

Uitgeverij Cargo
Prijs: € 15,00




zaterdag 28 mei 2016

Nico Dijkshoorn: Daar schrik je toch van

Diepere lagen



Daar schrik je toch van is een bundel met de eerste duizend gedichten van Nico Dijkshoorn, die eerder waren verschenen onder zijn pseudoniem P. Kouwes. Duizend gedichten! Dat is inderdaad even schrikken. Vanaf het eerste gedicht is het echter ook het vertrouwde geluid van Nico Dijkshoorn. Keiharde poëzie. Vrije stijl. Soms wat anaal gericht, maar dat mag de pret niet drukken. Dat hoort een beetje bij Nico, dat is zijn humor. Dat is dan altijd lachen. Daar staat hij zelf eigenlijk nooit bij stil. De bundel bevat dolkomische gedichten maar ook grote waarheden. Over Levon Helm bijvoorbeeld, de drummer van The Band. Verder veel poëzie over Holleeder, Chinese restaurants en natuurlijk over reigers. Maar ook over een dode specht die wel heel erg aan een boom is gehecht. 

Ik ga er gewoon zelf van rijmen. 

Op bladzijde tien staat het eerste en laatste gedicht van Nico Dijkshoorn dat rijmt. Twee woorden. Haar, schaar. Je merkt aan alles dat Dijkshoorn daar een aantal dagen en misschien wel weken aan heeft zitten schaven. Er zitten duidelijk diepere lagen in en ik denk dat ik – de toekomstige biograaf van Nico Dijkshoorn – als een van de weinige mensen voel wat hij met dit gedicht wil zeggen. Het zijn namelijk niet zomaar twee woorden, het is een verhaal. Een boodschap. Een profetie. Een emotie met een diep trieste kern over de opwarming van de aarde, over de algjes in het poolijs die zuurstof uitstoten en de wereld wanhopig proberen te redden van de naderende ondergang. Haar, schaar. Het is tevens een beeldschone verwijzing naar het vluchtelingenprobleem en hoe dat volgens Nico Dijkshoorn opgelost zou moeten worden. Het mooie en meest indrukwekkende is dat het nog rijmt ook! Onvoorstelbaar. Dat Dijkshoorn bij het schrijven zelfs dát nog voor elkaar heeft gekregen. Zonder dat het gedicht ook maar iets aan zeggingskracht en inlevingsvermogen verliest. Hoe verzin je zoiets? Als je gelovig bent zou je het nu hebben over een vorm van goddelijke interventie. Over tientallen generaties gaan ze het op scholen en universiteiten nog hebben over dit gedicht en de kans is groot dat ze er dan nog meer lagen in gaan ontdekken. Het gedicht zal nog honderden jaren mensen hoop, troost en houvast bieden. Terwijl het gewoon heel nonchalant onderaan pagina tien staat, een beetje verloren, alsof er nog drie regeltjes te vullen waren. Typisch Dijkshoorn ook weer, om het een beetje te verstoppen en vervolgens te doen alsof het niets voorstelt. Bladzijde tien is echter niet geheel toevallig gekozen. Lees het gedicht maar eens heel langzaam, proef ieder woord, iedere letter. Het zijn er tien! Echt, het is geen toeval. Dit is een dichter op de toppen van zijn kunnen. 

Haar, schaar. 

Ik schiet weer vol.

Ook al heb je een hekel aan gedichten. Zelfs al heb je een hekel aan Nico Dijkshoorn. Als je ooit in je leven overweegt om een bundel met gedichten te kopen, dan is Daar schrik je toch van hét boek dat je moet kiezen.



Daar schrik je toch van
Nico Dijkshoorn
Uitgeverij Nieuw Amsterdam
Prijs: € 12,50





donderdag 26 mei 2016

Column: Stickers op boeken

Stickers op een boek. Dat is waar ik als boekenliefhebber van gruwel. Uitgeverijen doen het echter graag. Rode stickers met de prijs. € 12,50. Om nog maar eens extra aan te geven dat het teruggerekend naar die goede, oude gulden nog altijd een peperduur boek is. Midprice noemen ze het dan in uitgeversland en dat moet er extra groot op worden geplakt. Zodat iedereen het ziet. Iedereen het begrijpt. Pak je voordeel.

Buiten de stickers met een zo opvallend mogelijke communicatie van de prijs heb je ook nog een heleboel andere soorten. Bijvoorbeeld met teksten als ‘de auteur van de bestseller: Slingeren met kanonskogels’. Voor alle mensen die dat een goed boek vonden maar toch de naam van die auteur niet kunnen onthouden. De sticker als geheugensteuntje. Of stickers met de naam van de boekenprijs die de desbetreffende auteur onlangs heeft gewonnen. Een speciale plakker als het boek is gedrukt op vriendelijk houtvrij papier. Of om aan te geven dat het boek wel heel erg lijkt op dat goed verkopende boek van een andere uitgeverij met vrijwel dezelfde titel of omslag. Stickers met de opdruk 3=2 en de datum tot wanneer die actie loopt.  

Om gek van te worden. Stickers op boeken. Niet alleen voor de nieuwe eigenaar van het boek maar ook voor de boekhandelaar. Ligt het boek al een poosje in de winkel dan is zo’n sticker er met geen mogelijkheid meer af te krijgen. Je kan peuteren tot je nagels zijn verdwenen en je vingers gaan bloeden. Geen beginnen aan. Het kreng blijft op het boek zitten en als het je soms toch mocht lukken, dan blijkt de omtrek van de verdwenen sticker akelig zichtbaar in de omslag van het boek te zijn getrokken. Oeps. Daar had misschien een extra stickertje bij gemoeten dat het geen speciale zuurvrije sticker was.



Waarom in hemelsnaam stickers? Wat is er mis met het ouderwetse buikbandje? Zoals uitgeverij Prometheus dat bijvoorbeeld heeft gedaan bij dat prachtige boek van Alexander Munninghoff. De stamhouder. Door dat bandje een beetje tactisch te verschuiven kan je de titel op de rug heerlijk veranderen in De Stamhoer. Zelfde boek, maar plotseling trek je daar een heel ander publiek mee aan. Daar kan een sticker nooit aan tippen. Buikbandjes zijn ook heerlijk makkelijk te verwijderen. Even je vinger er achter houden en met een kleine en soepele polsbeweging ligt het buikbandje keurig ergens in de buurt van de prullenbak. Stickers en boeken is van hetzelfde niveau als koffie en boeken. Het gaat niet samen. Het moet niet eens bij elkaar in de buurt komen. Het is net zo irritant als de nieuwe trend bij een aantal uitgeverijen om – als bij een tijdschrift – de prijs op de achterkant van het boek te drukken. “Wilt u het prijsje eraf halen?”, vraagt de klant automatisch als ze het boek cadeau willen geven. Moet je dan in één keer de volledige achterkant van het boek afscheuren? Wie heeft dat nou weer bedacht? En om welke reden? Zodat je het cadeau kan geven en de jarige exact weet wat hij of zij over een paar maanden voor jou moet gaan uitgeven? Daar hebben we toch het kassabonnetje voor uitgevonden wat we voorin het boek kunnen schuiven? Zogenaamd omdat het dan makkelijker is als je het moet ruilen als je het boek onverhoopt dubbel mocht krijgen.

Het zou mooi zijn als uitgeverijen binnenkort gaan besluiten om de stickers in de ban te doen. Waarom zo’n met zorg uitgekozen boekomslag verminken met een plakkende mededeling? Het is nergens voor nodig en het zorgt alleen maar voor irritatie. Bestsellers halen er hun neus voor op en bij alle andere boeken ziet de klant zelf wel hoeveel het kost. Want laten we eerlijk zijn: niet de sticker op de voorkant maar de tekst op de achterkant moet – samen met de cover – ervoor zorgen dat de klant het boek wil kopen.

Ook de boekhandel plakt een stickertje op het boek. Hij is mijns inziens de enige die dat mag doen. Op de achterkant. Met de prijs. Die door het Centraal Boekhuis geleverde stickers zijn wél heel simpel te verwijderen. Handig voor de boekhandelaar om te weten wat hij heeft verkocht en welke boeken hij moet nabestellen. Een stickertje met toegevoegde waarde. Tot de aanstaande nieuwe eigenaar van het boek zich bij de kassa heeft gemeld. 

woensdag 18 mei 2016

Rolf Österberg: Leila, Het begin

Saai, kinderachtig en slaapverwekkend



Soms gaan tijdens het lezen van een boek je gedachten ergens anders heen. Doorgaans geen goed teken. Meestal een signaal dat het desbetreffende boek niet echt weet te boeien. Na een aantal hoofdstukken van Leila, Het begin kon ik het niet helpen om met enig verdriet te denken aan de bomen die nodig zijn om papier te maken. Ik dacht aan de ontbossing van grote delen van Brazilië. Aan jonge bomen die nooit de kans krijgen om uit te groeien tot hun volle potentieel. Ik heb bij een drukkerij wel eens de enorme rollen papier gezien die nodig zijn om een boek te maken. Dat is echt een indrukwekkende hoeveelheid. Tenminste…. Bij een boek dat in een redelijk aantal exemplaren wordt gedrukt. Dat zal bij dit boekwerkje niet echt het geval zijn geweest. Gelukkig maar.

Het boek van Rolf Österberg is niet echt een aanrader. Volgens de informatie is het gelukkig niet zijn echte naam maar een pseudoniem. Terecht. Dit is geen boek waar je zomaar je echte naam aan wilt verbinden. Voordat het onder de naam Österberg verscheen heeft de mysterieuze auteur het ook al eens geprobeerd om het onder een vrouwennaam te verkopen. Ook toen blijkbaar zonder al te veel succes. Het heeft ook niet zoveel met de naam van de auteur te maken. Het gaat om de inhoud en daar ligt dan ook het probleem. De hoofdpersoon van het verhaal is ontzettend saai, kinderachtig en slaapverwekkend. Het verhaal bevat louter herhalingen en de ruim honderd verschillende hoofdstukken eindigen allemaal op een manier die bijna lachwekkend kan worden genoemd. Er is werkelijk geen touw aan vast te knopen. 

Leila, Het begin is volgens Österberg geschikt voor zowel jeugdige als volwassen lezers. Ik neem aan dat dit als grap is bedoeld en eerlijk is eerlijk: ik kon er heel erg om lachen. Misschien is er dus toch nog enige hoop en heeft Rolf gewoon voor het verkeerde genre gekozen. Nu nog op zoek naar een nieuw pseudoniem. 

En misschien nog naar een manier om dit boek weer terug te recyclen tot een boom…


De afgrond # 1: Leila, Het begin
Rolf Österberg

Uitgeverij Celtica Publishing
Prijs: € 20,00




maandag 16 mei 2016

James Patterson: Heksenjacht

Meisje van de slager



Het valt niet mee als nietsvermoedende liefhebber van boeken. Je ziet iets met een leuk kafje, wordt een beetje verliefd, bladert het even door en denkt dat het misschien wel iets kan zijn. Weet jij veel! Je doet feitelijk maar wat. In de hoop dat de desbetreffende auteur zijn werk heeft gedaan en een leuk, mooi, spannend of in ieder geval boeiend verhaal heeft geschreven. Dat is toch het minste wat je mag verwachten. Vooral als het om een bekende auteur gaat. Helaas. James Patterson dacht dat hij wel een spannende serie voor de jeugd kon schrijven, maar slaat de plank mijns inziens lelijk mis. Niets geen Hongerspelen of Divergent. 

Het is bekend dat Patterson veel van ‘zijn’ boeken niet zelf schrijft maar een co-auteur gebruikt. In dit geval is hij mogelijk vergeten om iemand in te huren die ook daadwerkelijk schrijven kan. Gabrielle Charbonnet? Zijn buurvrouw? De postbode? Het meisje achter de toonbank van de plaatselijke slager? De spanning ontbreekt vrijwel volledig en het verhaal is stroperig en vliegt soms werkelijk alle kanten op. Behalve de juiste. Dit is nog maar het eerste deel. ’s Nachts lig ik zwetend wakker van het idee dat er ook nog twee andere boeken in deze serie te krijgen zijn. Allebei geschreven door andere co-auteurs. Hoeveel meisjes werken er wel niet bij die slager? 


Heks & Tovenaar # 1: Heksenjacht
James Patterson
Uitgeverij Cargo
Prijs: € 10,00




zondag 15 mei 2016

Inge Schilperoord: Muidhond

Weerzin

Een muidhond is een vis. Een zeelt, ook wel een groene karper genoemd. Dat is wat ik heb opgestoken van het debuut van Inge Schilperoord. En dat pedofielen doorgaans hele enge mensen zijn die in een aantal gevallen hun gang kunnen gaan omdat mensen in hun directe omgeving de ogen het liefst voor de waarheid sluiten. Dat van die enge mensen was voor mij op zich geen verrassing. Als je zelf kinderen hebt en daarmee de oer drang bezit om die tegen al het kwaad te beschermen, dan staan pedofielen bovenaan de lijst van personen die je in staat bent om de nek om te draaien. Minimaal. Het maakt van Muidhond een zeer moeilijk boek om te lezen, omdat je bijna in de huid kruipt van een man die al eens is opgepakt voor het misbruik van een kind. Het is alsof je een jas aantrekt die jarenlang in een vochtige kelder heeft gelegen en zwaar is van de stank en de schimmel. Je voelt je vies als je het leest, het maakt je kwaad en het zorgt ervoor dat je wilt weten waar je kinderen op dat moment uithangen. 

Het debuut van Inge Schilperoord is een dapper boek. Je wint er namelijk – ondanks de nominatie voor de Libris Literatuurprijs – geen schoonheidsprijs mee. Het is geen boek waarin je lekker kan wegdromen. Het is geen boek dat je later nog eens zal lezen. Het is geen boek dat je meeneemt op vakantie. Het beste is een donker hoekje in je huiskamer, weg bij het raam en zonder dat andere mensen zien dat je het leest. Zo voelt het althans. Plaatsvervangende schaamte. Feitelijk lees je het op exact dezelfde manier als een pedofiel te werk gaat. Anoniem. Ongemerkt. 

Het knappe van het boek is dat Schilperoord van de hoofdpersoon alles behalve een weerzinwekkend figuur heeft gemaakt. Je zou bijna medelijden met hem krijgen, als je een paar tellen vergeet wat hij is, wat hij heeft gedaan en nog steeds het liefst zou willen. Als je erover nadenkt is zij – net als de lezer – ook in de huid van de pedofiel gekropen. Het boek voelt daarom echt en weet te imponeren. 

Toch ben je blij als je het uit hebt, vooral als je van tevoren niet wist waar het boek over zou gaan. Misschien wilde je de genomineerde boeken van de Libris prijs lezen of werd het om die reden aanbevolen. Ondanks de weerzin die je letterlijk voelt tijdens het lezen, is het wel een boek dat je heel erg lang zal bij blijven. Wat niet snel uit je herinnering valt weg te schrobben. Al denk je na afloop wel dat je zou willen dat je alleen iets over die groene karper had opgestoken. 


Muidhond
Inge Schilperoord
Uitgeverij Podium
Prijs: € 17,50




zaterdag 14 mei 2016

Paulien Cornelisse: De verwarde cavia

Scheetkussen



Paulien Cornelisse is buiten haar rol als tafeldame bij DWDD vooral bekend van haar twee bestsellers in de boekwinkel. Over taal. Dat we bijna nooit zeggen wat we bedoelen. Op televisie is ze soms grappig maar toch heb ik nooit de drang gehad om iets van haar te lezen. De verwarde cavia is wat dat betreft dus mijn eerste kennismaking met Cornelisse als auteur. Eerlijk gezegd alleen maar omdat ik het boek kreeg toegezonden en dus de verplichting voelde om het ook daadwerkelijk te lezen. Met enige scepsis, moet ik eerlijk bekennen, want een boek over een cavia met een kantoorbaan leek mij niet echt iets dat mij zou aanspreken.

Een humoristisch verhaal. Dat was de algemene tendens op internet over het caviaboek. Lachen, gieren, brullen. Herkenbaar ook. Misschien soms zelfs confronterend. De absurditeit van een kantoorbaan gevangen in de belevenissen van een werkende cavia op de communicatieafdeling van een bedrijf. Cornelisse schrijft de kantooravonturen in een groot aantal korte hoofdstukken en het kost de lezer nauwelijks moeite om het boekje in een paar uur uit te lezen. Verstand op nul en voor je het weet is het uit. Blijkbaar spreekt de cavia boek minnend Nederland wel aan, want het boek stond al snel op de eerste plaats van de top 60 van het CPNB. De graadmeter van de verkopen in de boekwinkels. Maakt het van De verwarde cavia een goed boek? Ik durf het persoonlijk te betwijfelen, maar ben mogelijk niet de beoogde doelgroep. Verander de cavia in een vijfendertigjarige vrouw en het is volstrekt niet meer grappig. Ook met het knaagdier als middelpunt van het kantoor kan ik er nauwelijks om lachen. Het boek is feitelijk een soort scheetkussen. De eerste keer dat je er op gaat zitten is het misschien wel leuk, maar daarna weet je het wel. Na dertig keer begint het flink te irriteren. Na een aantal hoofdstukken in het boek van Paulien Cornelisse was ik het beest dan ook behoorlijk zat aan het worden. Natuurlijk, het leest vlot omdat de auteur uiteraard best wel kan schrijven en omdat het boek voor ongeveer 30% uit lege bladzijden bestaat. Dan wil het allemaal wel opschieten. 

Als Cornelisse echt wilde opvallen met haar nieuwe boek dan had ze misschien beter over een knobbelzwijntje of een dwergpony kunnen schrijven. Dat was pas lachen geweest. Of misschien toch weer een nieuw boekje over taal. Hopelijk nooit meer over een verwarde cavia. 


De verwarde cavia
Paulien Cornelisse
Uitgeverij New Book Collective
€ 14,99




vrijdag 13 mei 2016

Nico Dijkshoorn: Kleine dingen

Absurde humor



Eigenlijk zou ik geen boeken van Nico Dijkshoorn moeten recenseren.

Hoewel bijna niemand het weet is Nico één van mijn allerbeste vrienden. Maatjes, twee handen op één buik, gabbers en ga zo maar door. Broers, bijna. Gevoelsmatig althans. En laat dat ‘bijna’ dus maar achterwege. Ik spreek nu natuurlijk uitsluitend namens mijzelf, maar ik ben er heilig van overtuigd dat Nico exact hetzelfde voelt. Mogelijk zelfs nog sterker dan ik. Mijn vriendin heeft Nico nog nooit ontmoet, maar weet wel van de onverbrekelijke band. Het is bij ons thuis ook heel normaal om het over Nico te hebben. “Zou Nico dat ook vinden?”, hoor ik haar vaak vragen. Retorisch. Uiteraard. “Nico zou hier helemaal woest van worden”, schreeuwde ik laatst keihard door de huiskamer toen ik mijn schoen wilde aantrekken en vervolgens hoorde, zag en voelde dat de veter brak. Mijn vriendin beaamde dat meteen. Ze wist instinctief dat Nico schuimbekkend door zijn huis zou razen als hem dit zou overkomen. En terecht! 

Je moet nooit de boeken van je vrienden recenseren, is mij wel eens verteld door iemand die daar echt verstand van had. En geen vrienden. Ik heb mij daar in het verleden wel schuldig aan gemaakt met de boeken van Paul Goeken, Elvin Post en Kim Moelands. Met Nico ga ik nu ook herhaaldelijk in de fout. Over het algemeen schrijf ik lovende recensies, omdat ik nu eenmaal heel erg moet lachen om zijn humor. Onze humor. Behalve zijn eerste boek, maar toen kende ik hem nog niet. Dat waren de Nico b.c. dagen. Donker, eenzaam, koud. Voor Nico althans. Ik kende hem toen nog niet dus kon het mij weinig schelen. Onvoorstelbaar. Achteraf. Niet dat zijn eerste boek slecht was, maar ik had er niet hetzelfde gevoel bij. Nico begrijpt dat als geen ander. Z’n andere boeken zijn echter pareltjes en zo’n beetje de leukste die je kan lezen. 

Kleine dingen is geen uitzondering. Sterker nog: het zijn de kleine dingen die de regel in dit geval volledig bevestigen. Korte columns, prachtige teksten, geweldige taalkundige vondsten, absurde humor en dat allemaal op de manier waarop Nico dat als enige kan. Waarmee hij inmiddels ontzettend succesvol is geworden. Hoewel hij voor zijn vrienden altijd exact dezelfde Nico is gebleven. Toegankelijk, aaibaar, vriendelijk, een beetje verlegen en nog altijd zonder enige kapsones. Een kameraad, een makker. Daarom, of beter gezegd: onder andere daarom, is Nico één van mijn allerbeste vrienden. Mijn vriendin heeft hem jammer genoeg nog nooit ontmoet.

Ik ook niet trouwens.



Kleine dingen
Nico Dijkshoorn
Uitgeverij Contact
€ 12,50




woensdag 11 mei 2016

Nico Dijkshoorn: De vrije man

Dijkshoorn rules!



Net als veel andere liefhebbers van voetbal en humor vind ik het erg jammer dat Nico Dijkshoorn niet meer aanschuift aan de tafel van Voetbal International. Of beter: Voetbal Inside, zoals het programma tegenwoordig heet. Het zal wel met het tijdschrift VI te maken hebben en de breuk met hun voormalige hoofdredacteur. Mijns inziens was Dijkshoorn echter de beste gast aan tafel, naast Wim Kieft natuurlijk. Gijp is normaal gesproken het – vaak – vermoeiende middelpunt van het programma, die het doorgaans alleen maar heeft over Barcelona, Bayern München en de slechte balbehandeling van middelmatige spelers. Waar we er op de Nederlandse velden al jarenlang meer dan genoeg van hebben rondlopen. Daarnaast is Gijp een waar orakel over de verschillende technieken binnen het internationale paaldansen. Bij alles roept hij dat het waanzinnig is en vervolgens slaat hij nog eens de gast naast hem hard op de rug. 

Ouwe pik. 

Nico Dijkshoorn was het perfecte tegengewicht, met humor en een duidelijk gebrek aan kennis van zaken. Nooit een woord over de tactiek van Ajax of PSV, niets over de veldbezetting van Feyenoord en al helemaal niets over een ruit op het middenveld of de overduidelijke voor- of nadelen van een omschakeling tussen 1-4-3-3 en 1-3-4-2-1. Johan Derksen noemt het programma altijd een afspiegeling van de gemiddelde voetbalkantine en spreekt tegen dat ze aan tafel onnodig kwetsend of negatief zijn. Het is satire! Vaak ben ik het daar overigens wel mee eens en ben ik van mening dat voetballend Nederland zich wat minder serieus moet nemen. Nico Dijkshoorn was als gast uitstekend in de rol van de man die zich na iedere wedstrijd ook even liet zien in de kantine. “Doe mij maar een bal gehakt en een frikandel speciaal met extra saus. En doe dan gelijk ook maar een biertje, wat kan mij het schelen.”

Nu Dijkshoorn niet meer in het programma komt is het mijns inziens allemaal wel een stukje minder geworden. Maar gelukkig hebben we de boeken nog. De Vrije Man voldoet aan alles wat je verwacht van een verzameling columns van Nico Dijkshoorn. Het normale wordt lekker absurd gemaakt en het absurde krijgt – net als die frikandel speciaal – een extra sausje. De columns zijn het ultieme voorbeeld van tijdloze voetbalhumor, de literaire vorm van twee liter urine in het flesje shampoo van de keeper, de drol in de linkerschoen van de rechtsbenige verdediger en de slagroom in het busje scheerschuim van de niet scorende spits. Opgeschreven op een manier zoals slechts weinige dat kunnen. 

De boeken met voetbalcolumns van Nico Dijkshoorn zijn een noodzakelijke aanschaf voor alle liefhebbers van voetbal en voor alle voetballers die beseffen dat er meer in het leven is dan hun eigen ego.

Nico Dijkshoorn rules!

Met die oogjes van hem.


De vrije man
Nico Dijkshoorn

Uitgeverij VI
Prijs: € 14,95




dinsdag 10 mei 2016

Max Porter: Verdriet is het ding met veren

Ploeteren


Verdriet is het ding met veren is bezig een enorme hype te worden. Recensenten van niet de minste kranten en tijdschriften vallen over elkaar heen om het boekje te bejubelen. Het werd genomineerd voor een aantal zeer prestigieuze prijzen en dus zal het waarschijnlijk wel een zeer bijzonder boek zijn. Het ligt daarom mogelijk aan mij dat ik het nauwelijks weet te waarderen. Een gebrek aan inlevingsvermogen, een te beperkt intellect, te weinig ervaring met het pellen van de verschillende lagen, een onvermogen om de betere poëzie te waarderen of simpelweg te weinig verdriet in mijn leven meegemaakt. 

Dat laatste durf ik zonder meer te weerleggen, dus blijft een of meerdere van de overige redenen de achterliggende oorzaak van het feit dat ik mij slechts met grote moeite door dit verwarrende boek wist te ploeteren. Het lukte mij niet om er enige samenhang in te ontdekken en hoewel het zonder enige twijfel allemaal mooi is opgeschreven kon ik de boodschap en betekenis achter de woorden nergens vinden. Ook de zo geroemde humor heb ik eerlijk gezegd nergens gevonden. 

Eigenlijk blijft er maar een simpele verklaring over: ik had een 122 pagina’s tellende misdruk en miste de belangrijkste pagina’s. Misschien wel het hele boek!

Jammer hoor.



Verdriet is het ding met veren
Max Porter

Uitgeverij De Bezige Bij
€ 14,90


maandag 9 mei 2016

Adrian Stone: De klauw

Kritische noot



De Klauw is het eerste deel van de nieuwe trilogie van Adrian Stone en zijn zesde fantasyroman dat door uitgeverij Luitingh is uitgebracht. Zijn eerste boek verscheen bijna op de kop af tien jaar geleden in eigen beheer onder zijn echte naam Ad van Tiggelen, nadat Luitingh één van de uitgeverijen was die het toen niet volledig in hem zag zitten. Na het relatieve succes van Profeet van de duivel kreeg hij alsnog een contract en groeide Van Tiggelen als Adrian Stone uit tot een succesvolle fantasyauteur van eigen bodem.

Het eerste deel van de Magycker trilogie is op en top Adrian Stone. Zijn vlotte schrijfstijl is zeer herkenbaar en net als met de Duivel-trilogie weet hij ook met De Klauw het verhaal al snel in groot tempo aan zijn lezers te presenteren. Het kost je doorgaans nauwelijks moeite om volledig in de ban te raken van de karakters en alle gebeurtenissen.
.
Wat wel een beetje ontbreekt aan het eerste deel van deze serie is het goed in beeld brengen van de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Grote fantasyauteurs als Robin Hobb, George R.R. Martin en Joe Abercrombie kunnen dat als geen ander en zetten in een aantal zinnen per hoofdstuk de leefomgeving van hun karakters zeer helder neer. Bij Adrian Stone is dat vele malen minder en het plaatsen van een plattegrond aan het begin van het boek is lang niet voldoende. Voor fantasy is het belangrijk om de wereld overzichtelijk neer te zetten. Er mag best wel het een en ander onduidelijk zijn, maar je moet er als lezer wel enigszins je weg weten te vinden. Dat Aimerey, het eiland van de Magyckers, een beetje in het duister blijft in het eerste deel is goed te verklaren, maar het was wel fijn geweest als Semaris wat meer was uitgediept. Ook de overige eilanden worden af en toe genoemd, maar blijven grotendeels in het donker. Dat is een absoluut gemis aan de boeken van Stone en dus ook bij De Klauw. Het heeft misschien te maken met de beperkte omvang van zijn boeken, die in aantal pagina’s en formaat duidelijk verschillen met het werk van zijn Engelstalige collega’s, maar het is geen excuus. Het is de ontbrekende factor om als Adrian Stone ook buiten Nederland te gaan doorbreken en ik neem aan dat dit vanaf het eerste door Luitingh uitgebrachte boek wel een van de uitgangspunten is geweest. Anders had Stone net zo goed door kunnen gaan met het schrijven onder zijn eigen naam. 

Tot zover de kritische noot. Adrian Stone slaagt er namelijk wel uitstekend in om de meeste karakters in zijn boeken tot leven te brengen en De Klauw bevat ook een aantal geslaagde vondsten die deze trilogie een eigen geluid geven. De rol van de draken is bijvoorbeeld erg goed gevonden en draagt bij aan de aantrekkingskracht van het verhaal. Ook de wijze waarop de Magyckers magie gebruiken en dit vervolgens weer aan banden wordt gelegd is goed uitgewerkt. Je merkt de onvrede bij de magiërs en de onderlinge spanning tussen de verschillende partijen die de macht hebben op Aimerey. Hoofdpersoon Auric is nog een beetje een mysterie, maar daar zal in de volgende delen ongetwijfeld verandering in gaan komen. 

In zijn totaliteit is De Klauw een mooi begin van een op het oog veelbelovende serie en als Stone blijft werken aan zijn kleine tekortkomingen, dan is hij straks absoluut in staat om zijn magie ook buiten de grenzen van zijn eigen land te verspreiden. 


Magyckers # 1: De Klauw
Adrian Stone
Uitgeverij Luitingh
Prijs: € 17,99


zondag 8 mei 2016

Nico Dijkshoorn: Dijkshoorn

Niet zijn beste...


Het in 2010 verschenen Dijkshoorn is de eerste bundel met columns en verhalen van Nico Dijkshoorn, welke hij voor verschillende media schreef. De kracht van Nico Dijkshoorn is dat hij de kleine dingen in het leven groot maakt. Berichten in de krant, die ieder normaal mens gewoon tot zich neemt, zijn voor hem munitie om te laten zien hoe absurd het leven soms is en hoe vanzelfsprekend wij het allemaal accepteren. Hij geniet van de meest normale zaken die wij nog amper opmerken en maakt daar vervolgens een verslag van in de vorm van een spetterende column of een confronterend verhaal. Het leven onder een enorme vergrootglas en Nico Dijkshoorn kijkt er als geen ander doorheen. Toch is deze eerste bundel niet van hetzelfde niveau als zijn latere boeken. Hij worstelt op het oog nog enigszins met inhoud en vorm en slaat af en toe ook de plank een beetje mis. Dat kan natuurlijk ook te maken hebben met de grote verscheidenheid aan opdrachtgevers. Je schrijft voor De Volkskrant waarschijnlijk toch net even iets anders dan voor Hard Gras, JFK of het culinaire tijdschrift Bouillon.

Ik heb de Rinus Israël en Wim van Hanegem proef erop los gelaten. 

Israël was meteen duidelijk: 
“Dus je wilt een boekie schrijven, als een grote meneer? Waar mensen om kunnen lachen? Nou, dan zou ik het voortaan maar wat korter houden en het wat grappiger maken, want nu vallen ze in slaap. Begrepen? Dijkshoorn? Let je wel een beetje op? Ik probeer je wat bij te brengen hier!”

Van Hanegem was nog duidelijker: 
“Een boekje? Nee, dat soort dingen lees ik niet.”

Natuurlijk valt er best wel wat te genieten in de eerste bundel van Nico Dijkshoorn, met name de verhalen uit Hard Gras en een aantal nog niet eerder gepubliceerde columns. Het is echter wel fijn om te weten dat Dijkshoorn met name het advies van Rinus Israël flink ter harte heeft genomen. Het boek Dijkshoorn kost slechts € 12,50 en voor die prijs zal je er geen buil aan vallen. Al is het maar om de verzameling compleet te maken. 


Dijkshoorn
Nico Dijkshoorn

Uitgeverij Atlas Contact
Prijs: € 12,50



vrijdag 6 mei 2016

Nico Dijkshoorn: Met de punt naar voren

Zonder genade



In Met de punt naar voren vliegt Nico Dijkshoorn er met gestrekt been en met de noppen naar voren keihard in. Als een gemankeerde verdediger bij een club uit de tweede divisie van het amateurvoetbal. Zonder enige scrupules, zonder genade en met geen enkele poging om de bal te spelen. Dijkshoorn schrijft zoals Hans Kraay jr. in een ver verleden probeerde te voetballen. Dolkomisch, niet al te serieus en met voldoende momenten waarbij je denkt: ‘nou….. misschien heeft hij toch….’. 

De columns in dit boek verschenen allemaal eerder in het weekblad Voetbal International en hoewel de echte liefhebber ze dus mogelijk al heeft gelezen, verliezen ze in boekvorm niets van hun actualiteit. Soms moet je even nadenken over welke voetballer hij het ook weer heeft of welke wedstrijd het ook weer was waar hij zijn pijlen op heeft gericht. Dat zijn echter slechts details. Het gaat over het algemeen over de uitwassen in de voetballerij die op de een of andere manier tijdloos zijn. Dijkshoorn stelt ze aan de kaak maar weet dat er niets gaat veranderen. Gelukkig maar. 

Met de punt naar voren is heerlijke voetballiteratuur van een columnist in topvorm.


Met de punt naar voren
Nico Dijkshoorn
Uitgeverij VI
Prijs: € 14,95