dinsdag 30 mei 2017

Pierre Lemaitre: Irene

Een waar meesterwerk



Pierre Lemaitre wordt gezien, genoemd, geroemd en bejubeld als de beste Franstalige thrillerauteur van dit moment. Vooral zijn serie over commissaris Camille Verhoeven krijgt bijzonder goede kritieken en tot op dit moment heeft Lemaitre vier boeken over hem geschreven. Het eerste deel is het oorspronkelijk in 2006 verschenen Irene, welke bij uitgeverij Xander in vertaling is uitgebracht. Verhoeven is een bijzondere man. In tegenstelling tot naamgenoot Jeroen Verhoeven, die als voormalig (reserve) keeper van clubs als Volendam en Ajax als een beer van - ik schat - meer dan 100 kilo door het leven gaat, is Camille slechts 1.45 meter groot. Een dwerg, zoals hij zelf zegt, veroorzaakt door het feit dat zijn moeder tijdens haar zwangerschap gewoon flink is door blijven roken. Veel thrillerauteurs doen hun uiterste best om hun hoofdpersoon zeer bijzonder te maken. Depressief, aan de drank, helderziend, vrouwonvriendelijk en nu dus een mannetje dat rechtop onder een tafel kan lopen. Waarom auteurs hiervoor kiezen is een raadsel, want het hoort toch echt allemaal om het verhaal te gaan. Bij Lemaitre is dat overigens dik voor elkaar. Vanaf het begin is het boek spannend, intrigerend, vlot geschreven, angstaanjagend, soms ronduit luguber en vooral erg goed. Heel erg goed. 

Als je op internet informatie zoekt over “Irene” dan kom je de informatie tegen die oorspronkelijk op de achterkant van het boek heeft gestaan. Ook op bijvoorbeeld boekensite Hebban staat deze tekst gewoon te lezen. Een kapitale blunder, aangezien het een groot deel van de plot en dus de verrassing van het hele boek voor de lezer verpest. Wat je normaal gesproken pas te weten zou komen in de laatste regels van het verhaal, heeft de uitgever oorspronkelijk gewoon in grote letters op de kaft afgedrukt. Onvoorstelbaar! En zo ontzettend jammer, want samen met de titel – die afwijkt van het origineel – weet je feitelijk al meer dan je achteraf gewild zou hebben. Ondanks dat is dit eerste deel in de serie over Camille Verhoeven, welke overigens vreemd genoeg in vertaling pas na het verschijnen van de overige delen is uitgebracht, van een verbluffend niveau. Beter dan dit zal het niet snel meer worden. Irene is één van die zeldzame thrillers die je bijna letterlijk naar de keel grijpen om je vervolgens nooit meer los te laten. Een boek dat je de rest van je leven bij zal blijven en dat je gegarandeerd ooit nog eens opnieuw zal willen lezen. Ondanks zijn beperkte lengte is Camille Verhoeven een groot man, een geweldige rechercheur die als een veldmaarschalk voor zijn troepen staat. Pierre Lemaitre heeft hem helemaal tot leven gebracht en er voor gezorgd dat hij na slechts één boek al tot een van de grootste persoonlijkheden van het genre kan worden gerekend. 

Behalve een geweldige thriller is Irene ook een eerbetoon aan het spannende boek en met een prachtige opbouw binnen het verhaal is de uiteindelijke ontknoping een waar meesterwerk te noemen. Zelfs al heb je op de achterflap van het boek of op een website de essentie al gelezen voor je aan dit boek begon, dan nog zal het je op een zeer intense en verpletterende manier weten aan te grijpen en naar adem doen snakken. Er zitten weliswaar een paar bekende clichés in het verhaal, maar het gaat er om wat Lemaitre allemaal doet met tekst, emotie en inlevingsvermogen. In dat opzicht schieten woorden tekort om de kwaliteit van deze thriller te bejubelen. Oordeel zelf, koop dit boek dat voor slechts tien euro in de winkels ligt en werp je op de soms ronduit lugubere zaak welke Camille Verhoeven op zijn bordje heeft gekregen. Sluit je ergens op, vergeet even de zorgen van alledag, laat de televisie een paar dagen uit en geniet met volle teugen, want wat Pierre Lemaitre je voorschotelt is werkelijk ongekend. 

Applaus !


Irene
Pierre Lemaitre
Uitgeverij Xander
Prijs: € 10,00






zondag 28 mei 2017

Column: Roger Moore in Nederland



Eind 2008 kwam Roger Moore naar Nederland om zijn biografie "Voor altijd James Bond" te promoten. Ik werkte toen nog op Schiphol en Moore kwam signeren in de grote winkel op Schiphol Plaza. Hij was er samen met zijn vrouw  Christina Tholstrup, zijn manager en met Marc van Biezen, promotiemedewerker van uitgeverij De Boekerij. Het bezoek was minutieus voorbereid en wij hadden van de manager van Roger Moore nadrukkelijk te horen gekregen dat de beroemde acteur uitsluitend en alleen zijn biografie zou komen signeren. Dat het dus niet de bedoeling was dat er fans tijdens de signeersessie met dvd's, video's, soundtracks of andere memorabilia op de proppen zouden komen. Vanaf het moment dat Roger Moore kwam zitten aan een tafeltje bij de ingang van de winkel, was het in de aankomsthal van Schiphol één grote chaos. Er stonden al vele tientallen fans van de acteur te wachten, maar de toestroom nam daarna alleen nog maar toe. Mensen kwamen uit alle hoeken en gaten met allerlei rotzooi om door Roger Moore van een handtekening te laten voorzien. Betamax banden, elpees, oude promotiefoto's, James Bond posters, speelgoed, Ian Fleming pockets, actiefiguurtjes en nog veel meer. De manager werd helemaal gek en probeerde iedereen zonder boek weg te sturen, maar dat bleek al snel onbegonnen werk.

Roger Moore zelf gaf er echter helemaal niets om. Hij plaatste overal zijn handtekening op, ging gewillig met iedereen op de foto, gaf iedere fan een hand en luisterde geduldig naar alle verhalen. Onvermoeibaar bleef hij lachen en zijn krabbels zetten. Toen het tijd was om te vertrekken, liepen Roger Moore, Christina Tholstrup, de manager, Marc van Biezen samen met mijzelf en John Giphart (de toenmalige bedrijfsleider van de AKO winkels) richting de vertrekhal. We werden achtervolgd door een stoet van fans die Moore wilde uitzwaaien en door verzamelaars die nog op het laatste moment een handtekening wilde krijgen. De manager van Moore probeerde iedereen duidelijk te maken dat de signeersessie voorbij was, maar achter zijn rug ging Roger Moore onverstoorbaar verder met het plaatsen van handtekeningen. Op zijn boek, maar ook op de tientallen dvd's, puzzels, T-shirts en filmposters. Aangezien Moore en zijn gezelschap nog een half uur op het vliegtuig moest wachten, maakte hij kenbaar dat hij graag even wilde zitten in de VIP lounge.

Ik wist van het bestaan van deze luxe lounge op Schiphol, maar had geen idee waar die was en of wij daar zomaar naartoe konden gaan. Ik belde één van mijn contactpersonen bij de luchthaven en vertelde dat ik rondliep met James Bond en dat hij gebruik wilde maken van de VIP lounge. Binnen een paar tellen verschenen er twee medewerkers van Schiphol en werden wij naar de gewenste VIP lounge gebracht. Op de valreep doken er nog een paar hysterische fans van Roger Moore half door de schuifdeuren naar binnen en terwijl de manager bijna een hartaanval kreeg, trok Moore zijn balpen en begon weer te signeren. Toen de fans eindelijk vertrokken, sloten de deuren en kwamen John Giphart en ik - na jarenlang op Schiphol te hebben gewerkt - voor het eerst in de VIP lounge. Een prachtige, luxe ruimte, een drietal half buigende medewerkers achter de bar en een oase van rust. De manager van Roger Moore veegde het zweet van zijn voorhoofd, keek nog een keer nijdig naar mij en gaf Marc van Biezen een korte uitbrander dat niemand zich aan het juiste protocol had gehouden.

Moore gaf ons een knipoog, lachte naar de drie medewerkers achter de bar en ging op een prachtige witte bank zitten. Meteen kwam er koffie en andere drankjes en gingen Marc van Biezen, John Giphart en ikzelf ook maar zitten. Op de bank, tegenover Roger Moore, namen wij een paar slokken koffie en keken ondertussen om ons heen in de hoop dat er geen Japanse Ninja's, Russische huurmoordenaars of andere schurken tevoorschijn zouden komen om James Bond een loer te draaien. De manager van Moore gaf duidelijk te kennen dat wij het niet in ons hoofd moesten halen om rechtstreeks met Moore te praten, maar daar trok zijn vrouw zich weinig van aan. Zij stelde ons een paar beleefde vragen en toonde enige interesse. Moore zat zichtbaar na te puffen van alle commotie en keek een paar keer op zijn klokje in de hoop dat het vliegtuig naar Zwitserland snel zou vertrekken.

Toen hij op een gegeven moment door een speciale en voor ons onbekende deur werd geleid om redelijk anoniem bij het vliegtuig te komen, ging het alarm af. Blijkbaar was het niet de bedoeling dat bezoekers van de VIP lounge via die doorgang gingen. Moore bleef kalm, deed of hij niets hoorde en liep gewoon door, terwijl zijn manager de toestromende douanemedewerkers luidruchtig begon te commanderen. Moore keek niet even achterom en nam ook niet echt afscheid van ons. Het was wel mooi geweest. Ik gaf Marc van Biezen een hand en die ging weer terug naar de uitgeverij. Een geslaagde missie was achter de rug. John Giphart en ik liepen naar de bar om de mensen daar te bedanken. Een mooi meisje van net twintig was nog enigszins in verwarring en vroeg mij in het Engels of dat toevallig Roger Moore was die net was vertrokken. Ze wilde naar de toneelschool en droomde ervan om ooit nog eens actrice te kunnen worden. Misschien dat Moore nog tips voor haar had. Of wij misschien zijn e-mailadres hadden. In het Engels gaf ik antwoord dat ik Eric Moore was, de oudste zoon van Roger. Dat mijn vader graag aankomende actrices hielp en dat ik best wel bereid was om eventuele vragen van haar naar hem over te brengen.

Toen ze meteen pen en papier pakte om al haar vragen op te schrijven, schoten John Giphart en ik onbedaarlijk in de lach. Op de achtergrond ging het alarm nog steeds af. We hadden koffie gedronken met James Bond, in de VIP louche gezeten en kregen er nog voor betaald ook. Toen de aanstormende actrice plotseling doorkreeg dat wij in dat kleine half uur toch echt gewoon Nederlands met elkaar hadden gesproken, werd het tijd de VIP lounge te verlaten. 

donderdag 25 mei 2017

Jussi Adler-Olsen: De fazantenmoordenaars

Spanning en humor


Het tweede boek van Jussi Adler-Olsen over Carl Mørck en zijn nieuwe afdeling Q begint met een dossier dat op het oog per ongeluk op het bureau van de brigadier terecht is gekomen. Eind jaren tachtig zijn een broer en zus op afschuwelijke wijze vermoord en na een bekentenis is ene Bjarne Thøgersen hiervoor veroordeeld. De dader blijkt een oude jeugdvriend te zijn van Ditlev Pram en Torsten Florin, twee inmiddels steenrijke en zeer invloedrijke personen met connecties tot in de hoogste regionen. Als Mørck en Assad het dossier desondanks oppakken, merken ze al snel dat ze vanuit meerdere kanten worden tegengewerkt en vrijwel gedwongen worden het onderzoek te staken. Zo werkt het echter niet met de cynische Mørck en al snel ontdekt hij dat er een heleboel niet klopt aan het originele onderzoek en dat de moord op de broer en zus mogelijk slechts het topje van de ijsberg is. 

Met zijn heerlijke humor is Mørck in De fazantenmoordenaars weer in topvorm en de interactie met zijn Syrische assistent Assad is net als in het eerste deel subliem. Adler-Olsen heeft aan het tweetal inmiddels ook de dominante en eigenzinnige Rose Knudsen toegevoegd als secretaresse en met haar moeilijke karakter past ze precies binnen het team van afdeling Q. Mørck moet niets van haar weten en die gevoelens zijn overduidelijk wederzijds. Hilarisch is het hoofdstuk waarin Mørck voor zijn onderzoek naar Madrid moet vliegen en vanwege zijn vliegangst de pillen slikt die Rose hem heeft gegeven. Ondanks de vele glimlachen die Adler-Olsen op je gezicht weet te toveren, overheerst toch echt de spanning en met name de sadistische activiteiten van een aantal verdachten op het lijstje van afdeling Q worden met zeer scherpe pen beschreven. Alles lijkt samen te hangen met een groep vrienden die jaren geleden op dezelfde kostschool hebben gezeten. Langzaam maar zeker vallen een aantal puzzelstukjes in elkaar en krijgt Mørck het vermoeden dat de dakloze Kimmie een sleutelrol in het grote geheel lijkt te spelen. 

Niet alles in het verhaal is even geloofwaardig. Ondanks de zorgvuldige uitwerking van de auteur raken de verschillende verhaallijnen met name op het eind van het boek soms een beetje met elkaar in de knoop. Soms lijkt het ook alsof de serie net zoveel over Carl Mørck gaat als over de misdaden die afdeling Q moet onderzoeken. Op zich niet erg, maar de balans moet natuurlijk wel de juiste kant blijven uitslaan en de moorden die worden onderzocht horen niet ondergeschikt te zijn aan de zielenroerselen van de brigadier. Gelukkig blijft de auteur net aan de goede kant van de onzichtbare scheidingslijn en zijn met name de stukken over Kimmie zeer intrigerend en spannend. Met De fazantenmoordenaars onderstreept Jussi Adler-Olsen zijn talent en zet hij de serie over afdeling Q weer iets steviger neer. Er valt best wel het een en ander op aan te merken, maar de potentie is groot. De boeken van Adler-Olsen wijken op bepaalde punten duidelijk af van het gangbare Scandinavische thrillerstramien. Ze bevatten meer vaart en meer humor, al zijn de goed uitgewerkte personages wel weer een typisch kenmerk van de meeste topauteurs uit het hoge noorden. Al met al valt er in dit tweede deel genoeg te genieten en is het wachten op het moment dat Adler-Olsen zijn boeken naar het volgende en nog iets hogere niveau weet te tillen.


De fazantenmoordenaars
Jussi Adler-Olsen
Uitgeverij Prometheus
Prijs: € 10,00




woensdag 24 mei 2017

Christian Jacq: Het vervloekte graf

Ongeïnspireerd


Hoewel de - alweer enige jaren geleden verschenen - vijfdelige serie van Christian Jacq over Ramses II adembenemend leesvoer was, begint zijn nieuwe boek Het vervloekte graf zeer stroef en op het oog enigszins ongeïnspireerd. Het eerste deel van deze nieuwe serie is uitgebracht als een oversized pocket en bevat slechts 220 pagina's. Met een ruime regelafstand en redelijk wat half gevulde bladzijden was het in normaal formaat waarschijnlijk nog niet eens een half boek geweest. Om het nog een beetje wat te doen lijken, zijn door de uitgeverij aan het eind alvast de eerste twee hoofdstukken van het volgende deel toegevoegd. De internationaal befaamde egyptoloog Christian Jacq maakt zich er met dit nieuwe boek dus vrij makkelijk vanaf. In hoofdlijnen is ook het verhaal zelf niet echt bijster origineel te noemen. Farao Ramses II van Egypte heeft twee zonen, waarvan de oudste, Ramsesses, de generaal van zijn leger is en zeer jaloers op zijn jongere broer. Vooral als die zich op het slagveld onverwachts weet te onderscheiden en ook nog eens een oogje heeft op de vrouw die hij voor zichzelf heeft uitgekozen. Ondertussen is een zwarte magiër bezig om Ramses aan te vallen om zo het rijk van de farao te laten instorten. Als je eerdere series van Jacq hebt gelezen, dan komt dit allemaal wel héél erg bekend voor. Hoofdpersonage is de reeds genoemde jongste zoon van Ramses II: Setne. De jongeling heeft geen ambities om zijn vader op te volgen of carrière te maken in het leger. Hij wil zijn leven wijden aan het bestuderen van de geschriften van de Wijsgeren. Hij raakt verliefd op de beeldschone Sekhet, zonder te weten dat zijn broer zijn oog al op haar heeft laten vallen. Waarbij het Ramsesses weinig lijkt uit te maken dat Sekhet totaal geen interesse in hem heeft. 

Goede Tijden, Slechte Tijden. Maar dan echt hele oude afleveringen… Jacq is niet vies van een beetje romantiek, al is hij blijkbaar niet echt in staat om steeds weer nieuwe intriges te bedenken. Het zorgt ervoor dat het allemaal een beetje voortkabbelt en herinneringen oproept aan nog oudere afleveringen van dezelfde soap. Je moet je er in de eerste helft van Het vervloekte graf echt toe zetten om door te lezen en het gapen van verveling te onderdrukken. Als Ched de Redder, een vriend van Setne en door Ramses benoemd om de identiteit van de zwarte magiër te achterhalen, een grotere rol gaat spelen, begint het zowaar wat leuker en spannender te worden. Dan ben je echter al ruim op de helft van dit eerste deel en een uurtje later is het boek vervolgens uit. Tussendoor probeert Ramsesses je nog een beetje in slaap te sussen met saaie overpeinzingen en jaloerse plannetjes. Hij wil namelijk graag de leiding van het onderzoek op zich nemen, maar krijgt van zijn vader daar nog niet de kans toe.

‘Laat je meevoeren naar het Egypte van de farao’s, magiërs en graftombes’. Het is de aanmoedigende tekst op de omslag die lezers moet overhalen dit boek te kopen. Helaas is het slechts een kort ritje. Het is dat Jacq de boel in het eerste kwart van dit boek zelf aanzienlijk vertraagd, anders zou je het in twee of drie uurtjes makkelijk uitlezen. Het magische Egypte blijft ook redelijk verscholen, hoewel er wel af en toe een farao, een magiër en een graftombe om de hoek komt kijken. In dat opzicht is er dus niet gelogen, maar het is allemaal veel te weinig om dit een goed boek te noemen. Deel twee, Het verboden boek, verschijnt ook al binnenkort. Hopelijk komt Jacq dan met het vuurwerk, want anders ben ik bang dat de oude Egyptische Goden resoluut gaan ingrijpen.


Het vervloekte graf
Christian Jacq
Uitgeverij Xander
Prijs: € 15,00





zondag 14 mei 2017

Jussi Adler-Olsen: De vrouw in de kooi

Rubberen handschoenen



Het begin van De vrouw in de kooi leest uiterst stroef. De proloog is veelbelovend, maar daarna komen er, weliswaar korte, politieke verhandelingen over Het Radicale Centrum, de Partij voor Denemarken, de Conservatieve partij en de Liberale Partij. Samen met enkele lastige Deense namen, zorgt het al snel voor een schepje zand in de motor. Daarnaast blijkt hoofdpersonage Carl Mørck van de Kopenhaagse politie de zoveelste getraumatiseerde en onhebbelijke speurder te zijn, zoals we er binnen de thrillerwereld al tientallen hebben gezien. Het ontbreken van een beetje tempo en de wat onzekere schrijfstijl van de auteur doen de rest. Stoppen of doorgaan met lezen? Na een kleine vijftig pagina’s zie je het verhaal en de manier van vertellen langzaam maar zeker veranderen. Rechercheur Mørck wordt door zijn bazen op een zijspoor gezet als hij samen met twee collega’s het slachtoffer is geworden van een schutter. Eén van zijn collega’s overlijd ter plekke en de ander raakt verlamd. Na een herstelperiode krijgt Mørck de leiding over de nieuwe afdeling Q, waar de leiding niet echt heil in ziet maar onder politieke druk wordt opgericht om onopgeloste oude zaken nieuw leven in te blazen. Beneden in de kelders van het politiebureau krijgt hij de Syrische Hafez el-Assad toegewezen als zijn assistent. Om de indruk te wekken dat hij serieus van plan is om van zijn afdeling een succes te maken, begint Mørck het dossier over de verdwijning van de jonge linkse politica Merete Lynggaard te lezen. Vijf jaar eerder verdween ze tijdens een overtocht per veerboot, waarbij lange tijd werd gedacht dat ze mogelijk zelfmoord had gepleegd door overboord te springen. Tegen wil en dank ontdekt de rechercheur dat het oorspronkelijke politieonderzoek behoorlijk wat fouten bevat en opgezweept door het enthousiasme van Assad begint hij zich steeds serieuzer in de zaak te verdiepen.

Hoewel het verhaal soms wat langdradig is en op een aantal vlakken enigszins ongeloofwaardig, kan je niet anders dan een groot zwak krijgen voor Assad, de assistent van Carl Mørck. Met zijn grote, rubberen handschoenen maakt hij het ene moment de kantoren van Afdeling Q schoon terwijl hij het volgende moment druk bezig is om lekkere en zeer pittig gekruide lekkernijen te maken. Bij alle vrouwen op het politiebureau is hij dan ook al snel uiterst geliefd en krijgt hij bij de vele secretaresses werkelijk alles voor elkaar. Ondertussen verricht hij ook als assistent van Mørck uitstekend werk en vraag je jezelf regelmatig af wat nu precies zijn achtergrond is. Gelukkig groeit ook de rechercheur zelf met iedere pagina beter in zijn rol. Het trauma dat hij heeft opgelopen zorgt herhaaldelijk voor fysiek ongemak, maar ondanks dat laat hij zien een uitstekende politieman te zijn. De humor die veelvuldig in het boek zijn kop opsteekt is van een prima niveau en geeft het verhaal een extra dimensie. Al met al kan je dus spreken van een veelbelovend thrillerdebuut, waar best wel het een en ander op valt aan te merken, maar waar wel bijzonder veel potentie in zit. De knorrige en uitgebluste Mørck en de energieke en enthousiaste Assad houden elkaar prima in evenwicht en zorgen voor uiterst vermakelijke dialogen en knetterende interactie. 

Hoewel je de ontknoping van het verhaal al redelijk snel ziet aankomen, zijn de laatste hoofdstukken van De vrouw in de kooi absoluut enerverend te noemen. Assad is inmiddels meer dan slechts een schoonmaker en chauffeur en je bent benieuwd hoe zijn rol zich in de komende boeken zal gaan ontwikkelen. Jussi Adler-Olsen lijkt een aanwinst te zijn voor het genre en met de aanstekelijke humor in dit eerste deel weet hij zich ook duidelijk te onderscheiden van zijn vele Scandinavische collega’s.

Op naar deel twee.


De vrouw in de kooi
Jussi Adler-Olsen
Uitgeverij Prometheus
Prijs: € 10,00






vrijdag 12 mei 2017

Jamie Vardy: Vanuit het niets

Neusje voor de goal


Iedereen die het internationale voetbal een beetje volgt weet sinds vorig jaar wel wie Jamie Vardy is. De broodmagere spits en doelpuntenmachine van Leicester City, de Engelse club die het afgelopen seizoen historie schreef door de titel in de Premier League te veroveren. De clubs met het grote geld kregen het nakijken en werden op het oog simpel en zonder problemen aan kant geschoven. Chelsea, Manchester City, Manchester United. Als de grote jongens landskampioen worden in Engeland, dan haalt iedereen zijn schouders op. Clubs die in handen zijn van ambitieuze miljardairs die zonder met de ogen te knipperen vele honderden miljoenen euro's in hun club pompen. Honderd miljoen voor één enkele speler? Geen probleem. Aan geld geen enkel gebrek. Leicester City bewees vorig jaar echter dat sprookjes in de sport gelukkig nog steeds bestaan en dat ook een club met - voor Engelse begrippen - bescheiden middelen de titel kan winnen. Zonder ook maar een speler te kort te doen, was Jamie Vardy met al zijn doelpunten één van de belangrijkste pijlers onder het enorme succes. Een gedoodverfde degradatiekandidaat bleek een heel seizoen ongrijpbaar en Vardy scoorde er flink op los. Om na het behalen van de titel alle aanbiedingen te weerstaan en gewoon bij zijn Leicester City te blijven.

In de biografie Jamie Vardy: Vanuit het niets vertelt de spits zijn levensverhaal. Al op jonge leeftijd was hij gek op voetbal bleek hij het bekende en niet aan te leren neusje voor de goal te hebben. Veel verder dan de amateurs van het Engelse voetbal bracht het hem echter niet, mede omdat Vardy het buiten het voetbal ook belangrijk vond om te veel feesten en flink te drinken. Het bijna klassieke levensverhaal van veel Engelse jongeren die opgroeien in grauwe buurten waar de criminaliteit welig tiert en veel kinderen overdag aan hun lot worden overgelaten. Wel naar school of niet naar school: je zoekt het maar uit. Maak je een meisje zwanger? Dan ga je maar trouwen en je dagen in een of andere troosteloze fabriek slijten om ’s avonds en in het weekend de ellende van je af te drinken in één van de honderden kroegen die iedere middelgrote stad in Engeland rijk is. Vardy voldeed in zijn jonge jaren aan vrijwel alle vooroordelen die er zijn. Voetballen, scoren en drinken. Het was zijn droom om ooit te spelen voor zijn geliefde Sheffield Wednesday, dé club in zijn geboortestreek. Toen die echter geen interesse bleken te hebben leek zijn voetbaldroom voor altijd uit elkaar te spatten. Hij bleef voor een kleine, plaatselijke club spelen en verdiende zijn geld met geestdodend werk in een fabriek. Vardy kwam in contact met justitie en speelde zijn wedstrijden noodgedwongen met een enkelband. Ondanks dat hij totaal niet leefde als een sportman, bleef hij aan de lopende band zijn doelpunten maken en was hij ook fysiek nauwelijks af te stoppen. Uiteindelijk kreeg hij een contract aangeboden bij Fleetwood Town in een van de lagere divisies van Engeland. Hij deed het daar zo goed dat Leicester City al snel interesse kreeg. 

In zijn biografie komt Vardy niet altijd even sympathiek over maar moet je wel respect hebben voor zijn doorzettingsvermogen. Het is jammer dat hij pas – voor een voetballer – op latere leeftijd wat serieuzer voor zijn sport ging leven. Met name de hoofdstukken over Leicester City zijn heerlijk leesvoer en je beleeft dat waanzinnige seizoen opnieuw aan de hand van de vaak zo ongrijpbare spits. Het is ook het bewijs dat iemand met veel talent het uiteindelijk kan redden in de sport, ook al is hij door alles en iedereen al verschillende keren afgeschreven. Zolang je maar in jezelf blijft geloven. 


Jamie Vardy: Vanuit het niets
Jamie Vardy
Voetbal Inside
Prijs: € 19,99




zondag 7 mei 2017

Michael Connelly: Tweede leven

Puur vakmanschap



Soms vergeet je wel eens hoe echte kwaliteit eruit ziet. 

Je leest veel thrillers en over een aantal ben je na afloop soms behoorlijk enthousiast. Je schrijft een recensie voor websites als Hebban of voor je eigen blog en drukt je waardering uit in een aantal sterren. Je hebt het dan over de manier van schrijven, de meeslepende actie en de uitgewerkte personages. Bij sommige auteurs is dat inderdaad allemaal dik in orde. Die krijgen dan vervolgens de beste beoordelingen. Niets aan de hand, zo gaat het al jaren en zo zal het ook de komende jaren ongetwijfeld blijven gaan. Tot je plotseling weer een thriller leest die duidelijk maakt hoe je een spannend boek écht moet schrijven. Michael Connelly. De man die met zijn boeken over rechercheur Harry Bosch boven alles en iedereen verheven staat. De auteur die met ieder boek de meeste andere thrillers in de schaduw plaatst. Die met zijn verhalen zo'n onvoorstelbaar hoog niveau weet te bereiken, dat je je plotseling schaamt voor het feit dat je andere thrillers drie of vier sterren hebt durven geven. Hoeveel moet Connelly dan wel niet krijgen? Want laat daar geen misverstand over bestaan: vier of vijf sterren voor een politieroman over Harry Bosch heeft véél meer waarde dan dezelfde beoordeling voor de meeste andere thrillers. Connelly valt niet in dezelfde categorie te plaatsen en is feitelijk een eenzame ster die fel schittert vanuit een totaal ander universum. 

Connelly beschrijft elk onderzoek van Harry Bosch op uiterst minutieuze wijze. Nooit zijn er losse draadjes, alles klopt. Ieder detail. Iedere zin is belangrijk. Iedere letter. Ieder woord heeft een betekenis. Het gaat niet om bloedige scenes, niet om breed uitgemolken explosies van geweld. Er zijn geen bijzondere personages bedacht om de boeken extra speciaal - en daardoor ook vaak ongeloofwaardiger - te maken. De boeken over Harry Bosch zijn realistisch en uitmuntend geschreven. Harry Bosch lééft. Hij is echt. Michael Connelly is hooguit uitverkoren om het allemaal op te schrijven. Als lezer loopt je mee aan de hand van de rechercheur en kijk je over zijn schouder mee hoe het onderzoek verloopt. Je voelt zijn frustratie als het niet loopt zoals hij het wil en jubelt met hem mee als er resultaten worden geboekt. Het is live. Alleen niet op de televisie, maar gewoon op papier. Harry Bosch is het keurmerk voor de kwaliteit waar een spannend boek aan moet voldoen. 

Met Tweede leven bewijzen Michael Connelly en Harry Bosch al het bovenstaande weer opnieuw. Zoals ze dat al jarenlang met bijna ieder boek doen. Het verhaal is geloofwaardig en levensecht. Er is geen enorme fantasie voor nodig om je dat te realiseren. Als Bosch een onderzoek start naar de moord op een winkeleigenaar, komt hij in aanraking met de Chinese onderwereld. De triades. Al snel is hij een mogelijke verdachte op het spoor en lijkt het uiteindelijk een vrij eenvoudige klus te gaan worden. Tot het moment dat zijn dochter in Hongkong vermist raakt en werk en privé onlosmakelijk met elkaar verbonden raken. Bosch stapt op het vliegtuig om samen met zijn ex-vrouw Eleanor de dertienjarige Maddie te vinden. In een voor hem vreemde stad moet hij het zonder ondersteuning opnemen tegen de Chinese maffia. 

Wat volgt is puur vakmanschap. Connelly beschikt over de beste pen van alle misdaadauteurs. Hij sleurt je mee langs zowel spannende als emotionele gebeurtenissen en je krijgt tussendoor ook een geheel andere kant van Harry Bosch te zien. Er zijn verwijzingen naar het allereerste boek uit de reeks waarin het verleden van de rechercheur als soldaat in Vietnam aan bod zijn gekomen. De ontknoping is – zoals wel vaker – geweldig en onverwachts. Michael Connelly op de top van zijn kunnen. Ook de vertaling van Martin Jansen in de Wal is uitmuntend en de bekende kers op de taart. 


Tweede leven
Michael Connelly
Uitgeverij De Boekerij
Prijs: € 19,99






dinsdag 2 mei 2017

Sandrone Dazieri: Dood de vader

Een winnende combinatie



Voordat de in Cremona, Italië, geboren Sandrone Dazieri begon aan zijn carrière als auteur van spannende boeken, verdiende hij zijn geld tien jaar lang als kok. Eind 1999 werd één van zijn manuscripten uitgebracht als boek en bleek deze zeer succesvol in zijn thuisland. De zogenaamde Gorilla-reeks kreeg meerdere delen en werd uiteindelijk ook verfilmd. In 2014 begon Dazieri aan een nieuwe serie thrillers, over Colomba Caselli, een uitstekende maar door haar werk getraumatiseerde politieagente, en de hoogbegaafde Dante Torre. Het eerste deel, Dood de vader, werd aan veel verschillende landen verkocht en uitgeverij Xander bracht de Nederlandse editie op de markt. In de vuistdikke thriller weet Dazieri vanaf de eerste zinnen te boeien. Het is een boek met enorm veel vaart en actie en zeer goed uitgediepte en aansprekende personages. Alle gebeurtenissen volgen elkaar razendsnel op en iets over de helft van het verhaal krijg je een klein beetje zicht op wat er misschien aan de hand zou kunnen zijn. Om er vervolgens achter te komen dat je er helemaal naast zit. Dazieri stuurt de lezer alle kanten op om uiteindelijk af te ronden met een knetterend, maar in een aantal opzichten ook wel wat ongeloofwaardig, einde. Een betere editor had de auteur bij de hand genomen en er een veertigtal pagina’s uitgesneden en de plot mogelijk wat realistischer gemaakt. Wat Dazieri verzint kan absoluut in het echt gebeuren, daarvan zijn in de geschiedenis meer dan genoeg voorbeelden te noemen, maar het past niet helemaal binnen het verhaal. 

Ondanks het feit dat de ontknoping van een thriller ontzettend bepalend is voor de uiteindelijke kwaliteit van het boek, komt Dazieri er in Dood de vader mee weg. Puur vanwege de chemie tussen de twee hoofdrolspelers, die beide een aangrijpend verleden met zich meeslepen en herhaaldelijk ten onder lijken te gaan aan de geestelijke druk die het onderzoek met zich meebrengt. Op het oog is het een combinatie die niet kan slagen, maar niets is gelukkig minder waar. De zeer beeldende manier van schrijven is een belangrijke troef van Dazieri, waardoor je wat minder vraagtekens zet bij een aantal gebeurtenissen. In z’n totaliteit is het Nederlandse debuut van Sandrone Dazieri een uiterst aangename kennismaking welke binnenkort een vervolg krijgt met Dood de engel. Het boek ligt op dit moment voor slechts € 12,50 in de boekwinkel en zal zeer veel liefhebbers binnen dit genre aanspreken. 

Op de omslag wordt het boek vergeleken met het werk van Jo Nesbø en Karin Slaughter, maar het bevat toch voornamelijk een geheel eigen geluid. De filmrechten zijn reeds verkocht en mocht het verhaal daadwerkelijk zijn weg vinden naar het grote doek dan kan het bijna niet anders dan een groot succes gaan worden. De vastberaden, knappe politieagente en een briljante expert in het doorgronden van menselijk gedrag is een winnende combinatie en bevat voldoende uitdagingen voor de auteur om er een uitstekende en spetterende serie van te maken.

Ik ben er klaar voor. 


Dood de vader
Sandrone Dazieri
Uitgeverij Xander
Prijs:  € 12,50