dinsdag 21 juni 2016

Column: Paul Goeken

Vijf jaar geleden werd ik gebeld op mijn mobiel. Toen ik opnam en de stem van Sander Verheijen hoorde, wist ik met een misselijkmakend gevoel meteen wat er aan de hand was. Paul Goeken was overleden. Het gesprek was erg kort. Sander had een brok in zijn keel en kon nauwelijks praten en ik sloeg helemaal dicht. Paul Goeken. Overleden. Drie woorden die gewoon niet bij elkaar leken te passen. Een onmogelijkheid. Maar toch… ik wist dat het waar was. Paul en ik hadden een paar keer per week contact. Meestal via mail of via het forum van Ezzulia. De dagen voor het telefoontje van Sander was het echter opvallend stil. Ik had Paul een paar mailtjes gestuurd waar ik geen antwoord op kreeg en ook op het forum kreeg ik geen enkele reactie. Ruim een week eerder had ik hem nog heel lang aan de telefoon. Hierdoor wist ik dat hij binnenkort voor een scan naar het ziekenhuis moest. Was de uitslag slecht? Of juist heel goed en was hij met vrouw en kinderen een paar dagen weg? In werkelijkheid lag Paul in coma en vocht hij een onmogelijke strijd tegen een afschuwelijke ziekte.  

Ik had Paul Goeken jaren eerder leren kennen. Ik had een boek van hem gelezen en schreef daar iets over op de website van Crimezone. Hij mailde mij met een bedankje en ik schreef iets terug met een grap en een grol. Dat de uitgeverij mij had gesmeekt om iets positiefs te schrijven. Paul kon er de humor wel van inzien. Paul Goeken bleek een man die sowieso de positieve kanten van het leven de meeste aandacht gaf. Zo ging hij – in ieder geval voor de buitenwereld – ook om met zijn ziekte. Die zou hij wel verslaan of in ieder geval in bedwang houden. Hij ging tachtig worden, want hij wilde Annemiek niet in de steek laten en zijn kinderen zien opgroeien. Paul junior en Jack zouden best wel eens profvoetballers kunnen worden. Misschien wel van het niveau Barcelona. Of anders bij Las Palmas, wat dan zou promoveren en tegen Barcelona en Real Madrid ging spelen. Hij sprak altijd als een trotse vader over zijn drie kinderen.

Helaas liep het verhaal anders. Zijn boeken als Suzanne Vermeer verkochten steeds beter maar die eerste plaats in de bestsellerslijst van Nederland bereikte Paul Goeken pas na zijn overlijden. Wat zou hij daar echter van genoten hebben. Hij zou een paar weken geleden hebben staan juichen toen Esther Verhoef voor het eerst de Gouden Strop won. Paul Goeken was van mening dat de thrillerwereld in ons land teveel werd gedomineerd door een groepje ouwe, grijze mannen die boeken schreven die niemand las maar die wel elkaar maar in het zadel bleven helpen. Hij vond dat Saskia Noort, Esther Verhoef en Simone van der Vlugt het allerbeste waren wat de Nederlandse thrillerwereld was overkomen.  Suzanne Vermeer was uiteraard een commercieel zeer vakkundige manier om dat succes te evenaren, maar het was ook een eerbetoon aan die drie sterke vrouwen die hij zo hoog had zitten.

Hoewel Suzanne Vermeer vandaag de dag nog altijd hoog in de bestsellerslijsten staat is Paul Goeken weer een beetje naar de achtergrond verdreven. Het grote publiek heeft hem nooit echt gekend. Vandaar dit stukje over Paul. Inmiddels een traditie. Eén keer per jaar. Omdat hij het verdiend, omdat ik hem mis en omdat hij er enorm om zou moeten lachen.  

Amy Tintera: Reboot

Kusjes en knuffeltjes



Even vooropgesteld: ik behoor niet tot de doelgroep waar Amy Tintera haar boek Reboot voor schreef. Young Adult. Ik val eerder in de categorie Old(er) Adult. Ondanks dat lees ik graag dit soort boeken. Het eerste deel van De Hongerspelen kreeg ik al voor verschijnen en de serie groeide uit tot een van de leukste die ik ooit heb gelezen. Mijn verwachtingen voor Reboot waren mede daardoor hooggespannen. Ze werden echter slechts gedeeltelijk waargemaakt. Het gegeven is absoluut interessant. In een futuristisch Amerika komen sommige kinderen die overlijden weer tot leven als Reboot. Sterker, sneller en vrijwel onkwetsbaar. Hoe langer ze dood zijn geweest, hoe minder menselijk ze terugkeren. Hoofdpersoon Wren Connolly is met haar 178 minuten de dodelijkste Reboot die er is. Ze heeft nauwelijks nog menselijke emoties en voert de opdrachten van het militaristische HARC genadeloos uit. 

Amerika (en waarschijnlijk ook de rest van de wereld) lijkt niet meer op de huidige maatschappij. Een verschrikkelijk virus heeft om zich heen gegrepen en het ontstaan van Reboots is een van de vele gevolgen. Na een vernietigende oorlog zijn de Reboots de slaven van HARC geworden en ingezet om de orde te handhaven, mensen met het dodelijke virus te elimineren en volwassen Reboots op te sporen en te vermoorden. Wren is de beste die er is en weet al haar opdrachten tot een goed einde te brengen. Daarnaast is het haar taak om nieuwe Reboots te trainen en op te leiden. In alles is ze de beste en vanwege het gebrek aan emoties heeft ze buiten haar werk nauwelijks met iemand contact. De nieuwe Reboot Callum maakt echter iets in haar los en als zijn leven in gevaar komt, besluit Wren om de orders van HARC voor het eerst te negeren. 

In een hoog tempo knalt het verhaal uit de startblokken en sleurt het de lezer mee in een wereld die door armoede en geweld wordt overheerst. In niet al te lange hoofdstukken zet Tintera alles echter duidelijk neer en snap je direct hoe alle verhoudingen liggen. Ondanks haar ongevoeligheid en dodelijke precisie bij het uitvoeren van haar opdrachten, krijg je al snel sympathie voor de jonge Wren. Ruim over de helft begint het verhaal echter te kantelen. Plotseling blijkt Wren een emotioneel wrak vol met emoties en gevoelens en lijkt het boek een romantische knuffelroman te worden waarin om de twaalf regels even gekust moet worden. Kusje op de lippen, in de nek, op de wang. Snelle omhelzingen, warme gevoelens. Blozende wangen, vlinders in de buik, emotionele achtbanen en heel veel in elkaar gevlochten vingers. Waar is die dodelijke Reboot gebleven? Binnen een paar pagina’s is ze omgetoverd in een klein en onzeker blond meisje dat geheel afhankelijk is van de nog vrijwel menselijke Callum, die slechts tweeëntwintig minuten dood is geweest. Een bakvisje, een stotterende puber die niet weet wat ze moet doen en geen enkele beslissing meer durft te nemen. Onzeker is over haar lichaam en volop twijfelt over de toekomst. Plotseling groeit Callum uit tot de leider van de twee die de beslissingen neemt en ervoor zorgt dat de twee vluchtelingen weten te overleven.

Amy Tintera: wat doe je nou? Wegzakken naar oeroude clichés? Met Wren Connolly creëer je een sterke vrouw en dan laat je haar vervolgens weer volledig overrompelen door een jongen met een leuke glimlach. Ach… misschien ligt het wel aan mij en vinden de vrouwelijke YA-lezers het geweldig. Valt het hun misschien niet eens op of vinden ze het juist heel erg romantisch. Voor mij deed het echter afbreuk aan het verhaal, dat uitstekend begon en vervolgens met ieder knuffeltje minder werd. In de laatste vier hoofdstukken komt alles in een enorme stroomversnelling terecht. De mooie en gedetailleerde opbouw van de start van het boek is inmiddels volledig verdwenen en laat een wat onbevredigend gevoel achter. 

In z’n totaliteit is Reboot een aardig boek, maar na het dichtslaan besef je tevens overduidelijk dat er veel meer in had gezeten. Maar goed… kusje er op en hopen dat Amy Tintera voor het vertellen van het vervolg wat langer haar tijd neemt. 


Reboot
Amy Tintera
Uitgeverij Van Goor

Prijs: € 15,00




maandag 20 juni 2016

Column: Vooroordelen

Mensen zitten vol met vooroordelen. Ook als het gaat om boeken. Het kan in een boekwinkel voor dolkomische situaties zorgen. Zo hadden wij vorig jaar een vrouw met een Brabants accent die duidelijk hoorbaar met een vriendin aan het discussiëren was over boeken en auteurs. De vriendin komt regelmatig bij ons in de winkel en koopt graag thrillers. De Brabantse was blijkbaar van mening dat ze haar vriendin uit Almere wel het een en ander kon bijbrengen op het gebied van boeken. Ze wist namelijk precies wat goed was en vooral wat niet goed was. Zonder nuances, uiteraard. Zwart/wit. In dit geval was de vrouw ervan overtuigd dat mannelijke auteurs niet kunnen schrijven. Niet een bepaalde auteur waarvan een gelezen boek slecht was bevallen, maar alle mannen op een grote hoop. Nooit aan beginnen. Gewoon links laten liggen. Niet eens naar kijken. Altijd kiezen voor een vrouwelijke auteur. Succes gegarandeerd. Boeken van mannen zaten namelijk vol met geweld, seks, vooroordelen en slechte dialogen. Daar moest je als vrouw heel erg ver weg van blijven. Vrouwelijke auteurs daarentegen schreven met een veel mooiere pen, wisten gevoelens perfect te beschrijven en riepen in hun boeken een heel scala van emoties op bij de lezer. Daar kon een man nooit aan tippen.

Wat is dan je favoriete auteur?  Een zinnige vraag van de vriendin. Die keek wat sceptisch en wilde wel eens wat voorbeelden. Mogelijk las ze al sinds jaar en dag de verkeerde boeken. Had ze nooit iets van gemerkt. Je bent echter nooit te oud om te leren. Je zag het haar gewoon denken. Hoewel ze ook iets argwanends had. In haar handen had ze het laatste boek van Lee Child en ze keek ook steeds naar de nieuwe van David Baldacci, die in een grote stapel op één van de tafels lag. Die wilde ze overduidelijk ook kopen. Maar ja, dat was net als Lee Child natuurlijk wél een man.

Deon Meyer! Het kwam er overtuigend uit. Dat was het beste wat je maar kon kopen. Een auteur uit Zuid-Afrika. Vooral de boeken met inspecteur Bennie Griessel in de hoofdrol. Een geweldige serie. Die naam was overduidelijk niet zomaar gekozen. Dat was een steek onder en boven water richting haar mannelijke collega’s. Griessel. De betekenis is in het Zuid-Afrikaans hetzelfde als in het Nederlands. Griezel. Engerd. Het gaf aan hoe Deon Meyer dacht over de tientallen inspecteurs die in de thrillers van haar mannelijke collega’s iedere keer weer moeiteloos alle misdaden wisten op te lossen. Met geweld. Zonder enige diepgang. Met inspecteur Bennie Griessel  (“Begrijp je: Ben nie griessel. Oftewel: ik ben geen engerd. Zo mooi gevonden! Zo’n mooie taal, dat Afrikaans.”) had Deon Meyer een man geschapen met karaktereigenschappen die je normaal gesproken alleen bij vrouwen aantreft. Gevoelig, eerlijk, meelevend, intelligent en ga zo maar door. Waarmee Deon Meyer duidelijk liet blijken hoe in haar ogen de ideale speurder, de ideale man, zou moeten functioneren.

De vriendin hoorde het allemaal aan en keek af en toe even richting de kassa. Ondanks de vloedgolf aan woorden die ze over zich heen had gekregen pakte ze toch de nieuwe Baldacci. De fan van Deon Meyer  leek het niet eens te merken. Die had inmiddels de boeken van Saskia Noort en Simone van der Vlugt ontdekt. Haar vriendin maakte er direct gebruik van en liep naar de toonbank om haar boeken af te rekenen. “Deze graag”, zei ze en toonde een grote glimlach. “Heerlijke boeken”, kwam er meteen achteraan. “Ik heb ook bijna alle boeken van Deon Meyer gelezen”, zei ze vervolgens. “Volgens mij is het een man”.

“Klopt”, zei ik met een knipoog. “Maar dat kunnen we voor nu misschien beter even voor ons houden.”

zondag 12 juni 2016

M.J. Arlidge: Pluk een roos

Steeds hetzelfde trucje



Het derde deel in de serie over inspecteur Helen Grace heeft in de vertaling wederom de titel van een kinderrijmpje gekregen. Uitgeverijen zijn altijd op zoek naar titels, omslagen of lettertypes waarmee ze een serie proberen te onderscheiden van de rest van het aanbod. In dit geval zijn dat vrij suffe titels die de boeken van M.J. Arlidge absoluut geen recht doen. Met zijn twee eerste delen bewees de auteur dat hij goed in staat is om spannende en soms kiezelharde thrillers te schrijven, die zich allemaal afspelen in het Engelse Southampton. Seriemoordenaars maken daar de straten en donkere steegjes onveilig en Helen Grace heeft laten zien dat ze de kwaliteiten bezit om de stad steeds weer een stukje veiliger te maken. Hoewel haar superieuren telkens weer proberen van haar af te komen en ook haar collega’s niet altijd haar spoor kunnen volgen. 

In deel drie van de serie doet hoofdpersoon Helen Grace uiteraard weer mee, maar haar team van speurders blijft maar veranderen. Collega’s uit de vorige boeken overlijden, worden geschorst, ontslagen of raken zwanger. Hierdoor is het moeilijk om als lezer een band op te bouwen met de hoofdrolspelers van het boek. Grace zelf laat niet veel van zichzelf zien en aan haar nieuwe collega’s moet je bij ieder boek weer even wennen. Met daarbij de kans dat ze bij een volgend boek mogelijk alweer zijn verdwenen. Dat is op zich jammer en ik heb ook geen idee waarom de auteur hiervoor heeft gekozen. Mede hierdoor is de opening van Pluk een roos redelijk stroef. Je weet ongeveer wat je kan verwachten qua schrijfstijl, korte hoofdstukken, filmische beelden en inspecteur Helen Grace. Het voelt echter ook weer anders aan en dat is bij een serie en terugkerende personages toch nooit helemaal lekker. De personages moeten vertrouwd zijn en het verhaal verrassend en met Pluk een roos is dat beide eigenlijk niet het geval. Meteen vanaf het begin is het tevens duidelijk dat haar directe chef weer eens van Grace probeert af te komen. Ook dat is een herhaling van zetten en begint zo langzamerhand een beetje te vervelen. Mogelijk is Arlidge als televisieman gewend om steeds hetzelfde trucje uit te halen, maar in boekvorm moet je dat niet al te lang volhouden.

Qua verhaal is Pluk een roos redelijk gelijk aan de eerder verschenen boeken. In hoog tempo jaagt hij de lezer door het verhaal en ondanks de korte hoofdstukken krijg je een redelijk goed beeld van het onderzoek naar de moordenaar die Southampton en omgeving als zijn jachtgebied heeft. Na drie boeken is het wel opvallend hoeveel van dit soort mannen opereren in een relatief klein gebied. Misschien dat de auteur bij een volgend boek eens voor een ander soort moordenaar moet kiezen, al is het maar om de geloofwaardigheid een beetje in stand te houden. In z’n totaliteit is dit niet het beste boek over inspecteur Helen Grace. De al genoemde voorspelbaarheid zit het boek een beetje in de weg en daarnaast komen er teveel bijzaken in het verhaal voor die alleen maar voor afleiding zorgen en de indruk wekken dat ze uitsluitend dienen als bladvulling. Om interessant te blijven zal Arlidge op zoek moeten naar nieuwe invalshoeken of naar een rode draad die door zijn boeken gaat lopen. Het zou jammer zijn als na een vierde deel veel lezers beginnen af te haken. Want dat Arlidge kan schrijven is een feit waaraan niemand hoeft te twijfelen. 


Pluk een roos
M.J. Arlidge
De Boekerij
Prijs: € 19,99





zondag 5 juni 2016

Column: De verzamelaar


Eigenlijk ben ik een verzamelaar.

Een liefhebber van boeken die het liefst alles van zijn favoriete auteurs thuis in de kast heeft staan. Op de plank, per auteur en op jaar van verschijnen. Als ik onverhoopt een boek heb gemist dan ga ik stad en land af om dat ontbrekende deel alsnog in mijn bezit te krijgen. Oftewel: een obsessieve verzamelaar. Iets waar veel meer boekenliefhebbers volgens mij last van hebben. Ik wil het boek ook echt zelf hebben. Naar de bibliotheek gaan om het daar te lenen en vervolgens thuis te lezen is voor mij geen optie. Hebben. Hebben. Hebben. En houden. Daarnaast moet ik eerlijk bekennen dat ik niet zo heel erg hou van het lezen van een exemplaar dat al door tientallen andere mensen is gelezen. Waar de koekkruimels uitvallen en waarin je ooghaartjes, snotjes, huidschilfers en andere niet meer te definiëren rotzooi aantreft. Boeken met ezelsoren, gebruikte boekenleggers en handgeschreven notities. Ik wil de eerste zijn die het leest en exact weten wie het eventueel na mij nog gaat lezen. Wat overigens slechts een klein en zeer selectief gezelschap is. Boeken zijn geen gewone gebruiksvoorwerpen, boeken zijn schatten die je moet bewaren en koesteren.

Mijn huis staat vol met boekenkasten. Boeken in plaats van behang of reproducties van schilderijen. Niets is mooier dan al die ruggetjes van gelezen en ongelezen boeken. Niets is dan zo storend als uitgeverijen die steeds maar weer het uiterlijk van een lopende serie veranderen. Natuurlijk begrijp ik de uitgeverij soms wel. Ze proberen hun boeken aantrekkelijk te houden en met een andere omslag weer een nieuw publiek aan te trekken. Of om de verkoop minimaal op peil te houden. Daar profiteer ik als lezer uiteindelijk ook van. Als een serie of auteur niet succesvol is, dan komen er ook geen nieuwe boeken meer. Geen vertalingen, als het gaat om buitenlandse schrijvers. Een andere omslag kan in de boekwinkel een enorm effect hebben, aangezien op bepaalde plekken in Nederland (NS stations, luchthavens) veel van het succes van een boek nu eenmaal afhankelijk is van de visualiteit. Alleen als verzamelaar kan ik mij er vaak flink aan irriteren.



Koop je al jaren de boeken van Michael Connelly, als fan van het eerste uur. Stapt De Boekerij na een aantal jaar plotseling af van het tot dan toe vertrouwde kleurige uiterlijk en gaan ze verder met omslagen van een ander design. Pffff….. Tot overmaat van ramp veranderen ze daarna ook nog eens twee keer het logo van de uitgeverij dat op de rug van het boek is te zien. Een paar boeken later  komen er weer nieuwe inzichten en plotseling worden de boeken in de serie een aantal millimeters groter! In het formaat dat we tot dat moment vooral kennen van de boeken van John Grisham. Niet alleen bij Michael Connelly en De Boekerij gebeuren dit soort dingen. Vorige week verscheen het vierde deel van De Bergmankronieken van Hjorth Rosenfeldt. Wat denk je: plotseling een witte omslag met daarop de helft van een behaarde mannenkop. Uitgeverij Cargo heeft de oude stijl van donkere omslagen vaarwel gezegd. Waarom dan? Liep de serie niet? En wie is die man met die baard? Sebastian Bergman? Ik had een heel ander beeld van hem in mijn hoofd. Dit lijkt net een oudere uitvoering van Hugh Laurie in de serie House. Wat doet die nou weer op de voorkant van een van de meest veelbelovende series van dit moment?

Ook erg is als één van je meest favoriete series een make-over krijgt. Bijvoorbeeld de Boeken van de Zieners van Robin Hobb. Een geweldige trilogie die vrijwel bovenaan mijn lijst staat van meest favoriete boeken. Mooie gebonden boeken. Tot ze een paar jaar geleden opnieuw werden uitgebracht in nóg mooiere uitvoeringen. Oei! Die moest ik dus meteen opnieuw kopen. Hebben. Hebben. Hebben. Uitgeverij Luitingh doet het nog slimmer bij Terry Goodkind. Jarenlang uitbrengen in grote paperbacks en dan plotseling ook goedkopere en bloedmooie gebonden edities voor een leuke prijs gaan maken.  Inmiddels steeds een jaar na verschijnen van de paperback. Die je bij verschijnen natuurlijk meteen koopt omdat je niet nog een jaar wil wachten. Maar ondertussen wel dromen van die gebonden reeks. Met als resultaat dat de meeste delen inmiddels dubbel in mijn boekenkast staan.

Eigenlijk ben ik een verzamelaar.

En een lezer.

Wat is dat soms een hondsberoerde combinatie. 

zaterdag 4 juni 2016

Hjorth Rosenfeldt: Het stille meisje

Goede Tijden, Slechte Tijden



Als je dacht dat het schrijversduo Hjorth Rosenfeldt na het derde deel van de Bergmankronieken het roer volledig zouden omgooien, dan kom je met Het stille meisje bedrogen uit. Alle kansen lagen er om een geheel nieuwe weg in te slaan, maar uiteindelijk gaat de serie gewoon verder waar het met Het familiegraf gebleven was. Op zich is dat helemaal niet erg, want het is een prima serie met aansprekende hoofdpersonen en voldoende spanning. Enig nadeel is alleen dat de persoonlijke beslommeringen van de leden van de Nationale Recherche steeds meer op een moderne soap beginnen te lijken. Er zijn wel heel veel onderlinge liefdesrelaties die steeds als knipperlichten aan en uitschieten en dat maakt het lezen na vier delen soms onnodig vermoeiend. Met een beetje durf hadden de auteurs daar in één klap allemaal mee kunnen afrekenen maar Het stille meisje maakt al snel duidelijk dat ze daar toch van hebben afgezien. Of misschien wel nooit hebben overwogen. De relaties op de werkvloer gaan namelijk in alle hevigheid verder en in sommige passages is het soms het net alsof je een deel van een Scandinavisch script van Goede Tijden, Slechte Tijden aan het lezen bent. 

Ondanks dat is Het stille meisje weer een goede thriller. Het is spannend, zit erg goed in elkaar en is bovenal ook uiterst geloofwaardig. Als duo beschikken Michael Hjorth en Hans Rosenfeldt over een meeslepende schrijfstijl en hebben ze – net als veel andere Zweedse auteurs – op het oog totaal geen haast bij het vertellen van hun verhaal. Dit soort thrillers bezitten hun eigen tempo met veel ruimte voor sociale misstanden en maatschappijkritische elementen. Het stille meisje is hierop geen uitzondering. Psycholoog Sebastian Bergman zien we nu in een wat andere rol en meer van zijn menselijke kant. Uiteraard heeft hij nog altijd zijn eigen agenda, maar de auteurs maken hem toch langzaam maar zeker wat minder irritant. 

De plot van het boek zit goed in elkaar al komt het op het oog wat snel en abrupt tot een eind. In de laatste dertig pagina’s leggen de schrijvers de basis voor het vijfde deel en wederom kan het ervoor zorgen dat de serie ingrijpend gaat veranderen. Op het oog zijn de ontwikkelingen niet verrassend aangezien ze er al een tijdje aan zaten te komen, maar het maakt je wel nieuwsgierig hoe de auteurs het gaan uitwerken. Om de serie op een hoger niveau te krijgen moeten ze mijns inziens een paar harde noten kraken en de opgeklopte romantiek tot een minimum beperken. Alleen dan maken De Bergmankronieken de stap van prima thrillers naar het beste wat de Zweedse misdaadliteratuur te bieden heeft.


Het stille meisje
Hjorth Rosenfeldt
Uitgeverij Cargo
Prijs: € 19,90





Kijk hier: "Het familiegraf" (De Bergmankronieken # 3) 
Kijk hier: "De discipel"(De Bergmankronieken # 2)