zondag 30 oktober 2016

Vincent de Vries: Kraay

Het beste sportboek van dit jaar?



Wie is Hans Kraay jr.? Deze vraag staat op de achterkant van dit boek van Vincent de Vries, de sportjournalist die onder andere verantwoordelijk was voor de bestseller Vechtlust over het leven van oud-international Fernando Ricksen. Kraay moet antwoord geven op die vraag. Wie hebben Hans Kraay jr. gemaakt tot de man die hij nu al jaren is? De Vries doet dat door middel van tien gesprekken met belangrijke personen in het leven van de ex-voetballer, trainer en journalist, die de laatste jaren vooral bekend is geworden als één van de vaste gezichten van het immens populaire televisie programma Voetbal Inside. Gesprekken met onder andere Hans Kraay sr. – zijn vader – René van der Gijp, Guus Hiddink, Bert van Marwijk, Kees Jansma, Johan Derksen en Simon Kistenmaker. De rode draad in veel van de gesprekken is de vriendschap tussen Kraay en de mensen met wie Vincent de Vries en Hans Kraay jr. aan tafel zitten. De meeste delen een roemrijk verleden met hem. Van der Gijp en Kraay speelden beide in de jeugd van Feyenoord en maakten na de trainingen en wedstrijden het nachtleven onveilig. Hiddink en Kraay speelden samen in Amerika, in een elftal met niemand minder dan de fameuze George Best. Met Bert van Marwijk speelde een jonge Kraay bij het toen roemruchte AZ’67, waar ook Willem van Hanegem op het veld stond. Hun mening over Hans Kraay is redelijk unaniem: een voetballer met een enorme inzet maar wat magertjes op het gebied van talent. Maar inmiddels wel een man met veel tactische bagage en als journalist behept met enorm veel voetbalkennis. Iemand die niet alleen veel van het spelletje weet maar er ook inhoudelijk met zeer veel verstand over kan praten. Dat laatste wordt onder meer bevestigd door Johan Derksen, de man die hem op televisie er vaak ongenadig van langs kan geven, maar ook een enorme zwak voor hem heeft. 

In alle gesprekken leer je Hans Kraay jr. steeds beter kennen en ontdek je dat hij in veel opzichten een andere man is dan je misschien op basis van zijn televisiewerk zou denken. Ronduit ontroerend is het hoofdstuk met zijn vriendin, de vrouw die centraal staat in de inmiddels beroemde dolle duikavond. Een vrouw over wie je als buitenstaander nauwelijks iets weet, behalve wat je zo af en toe hoort in Voetbal Inside. Dat ze mooi is, veel jonger dan Kraay zelf en dat ze hem onvoorwaardelijk steunt. Sofie is echter meer dan dat. Ze is de motor achter de man die lange tijd dacht dat het ware geluk voor hem niet was weggelegd. De vrouw die tegenwoordig al zijn zaken regelt maar die voor hetzelfde geld de rest van haar leven in een rolstoel had moeten doorbrengen. Het hoofdstuk laat zich ademloos lezen en met iedere zin groeit je respect voor de twee zielsverwanten en moet je van goede huizen komen wil hun intense verhaal je niet raken met de kracht van een moker. 

Kraay is een bijzonder en zeer interessant boek, een kijkje in het leven en denken van een grote persoonlijkheid die bekendstaat als iemand die beschikt over een enorme hoeveelheid humor. Dat laatste wordt bevestigd in dit boek, maar vooral zijn leven als voetballer en coach worden sterk benadrukt. Het meest imponerende beeld dat wordt geschetst is echter de gevoelsmens die Hans Kraay jr. overduidelijk is. Zijn verdriet over zijn dementerende moeder, zijn waanzinnige bewondering voor zijn vader en zijn liefde voor zijn vrouw Sofie. Het maakt van Kraay een mooi, interessant, grappig maar vooral een zeer ontroerend boek. Misschien zelfs wel het beste sportboek van dit jaar. En wie had dat gedacht na het verschijnen van het tweede boek van René van der Gijp en de biografie van Johan Cruijff. 

Die Kraay flikt het toch maar even….


Kraay
Vincent de Vries
Uitgeverij Voetbal Inside
Prijs: € 19,99 






dinsdag 25 oktober 2016

Yvonne Kroonenberg: God in Amerika

Terug naar de Biblebelt


Hoewel ik nog nooit eerder een boek van Yvonne Kroonenberg had gelezen, sprak deze nieuwe roman van haar mij meteen aan. Al sinds jaar en dag verbaas ik mij er over hoe de meeste Amerikanen God lijken te hebben geclaimd als hun persoonlijke bezit. Gods own country. Zelf heb ik niets met het geloof, maar toch kan het onderwerp mij enorm boeien. Hoe mensen de grootste ellende over zich heen krijgen in hun leven en dan toch optimistisch kunnen blijven door te roepen dat God daar een reden voor heeft. 

Nou…. Lekker dan! 

In het boek van Kroonenberg hoor je het een aantal Amerikanen zeggen: je krijgt niet meer op je bordje dan dat God weet dat je kan dragen. Eén van je kinderen is overleden aan de drugs, je man gestorven aan een afschuwelijke ziekte, je tweede echtgenoot sloeg het snot uit je ogen, met je andere kinderen heb je al in geen eeuwigheid contact, je hebt je kleinkinderen nog nooit gezien, zelf kan je amper nog lopen. Kan het nog erger in je leven? Jawel, maar God weet dat je dit aan kan en weet ook precies tot hoever hij kan gaan. Waarom hij dat nou precies doet? Dat weet je niet, want zijn wegen zijn als altijd weer ondoorgrondelijk.

Kroonenberg bracht in 1968 een jaar door in het zuiden van Amerika. Om te studeren in Shreveport, een middelgrote stad in het noordwesten van de staat Louisiana, midden in de beroemde Biblebelt. Ze kwam er volop in aanraking met de manier waarop ze daar tegen het geloof aankeken. Maar ontdekte ook hoe opvallend veel jongeren juist totaal niets met het geloof hadden. Vorig jaar ging ze na ruim vijfenveertig jaar, samen met haar man Joep, weer terug en op zoek naar de mensen die ze toen had ontmoet. Op zoek ook naar de manier waarop God een plaats in hun leven heeft. Meest opvallend was dat alle jongeren van toen nu alsnog allemaal het geloof hebben gevonden. De hippies van 1968 zijn nu allemaal actief in hun kerk, waar je in Amerika een enorme hoeveelheid stromingen hebt. Er zijn baptisten, methodisten, lutheranen, presbyterianen, mormonen, mennonieten, quakers, episcopalisten en nog veel en veel meer. Kroonenberg valt naar eigen zeggen zelf in de categorie Niks. Vandaar dat ze met hernieuwde verbazing de Amerikanen in het zuiden van Amerika observeert. Niet alleen over het geloof trouwens. Het beeld dat Kroonenberg schetst is redelijk bekend. Heel veel Amerikanen zijn veel te dik, eten enorme hoeveelheden voedsel dat druipt van het vet, kunnen mede daardoor alleen nog maar waggelend lopen en nemen het liefst de auto, zelfs als ze om wat voor reden dan ook slechts een straat verderop moeten zijn. De meeste Amerikanen die je in het zuiden tegenkomt lopen in een korte broek, dragen gympies of sandalen en slurpen door een rietje uit een flesje limonade dat ze angstvallig in hun hand houden. Ze eten als kinderen, ze praten als kinderen en bedenken voor alles en nog wat zo kinderlijk mogelijke namen. Het limonade heet een slushpuppie, ze kopen hun vlees bij de Piggly-Wiggly, brengen hun auto naar The Helpful Place en eten voornamelijk hamburgers, knakworstjes, donuts, kipnuggets, patat en grote bekers popcorn. En alles uiteraard onder de troostende deken van het geloof. 

God in Amerika is een mooi overzicht van de manier van leven in de zuidelijke staten van Amerika. Als je Kroonenberg mag geloven is er in de afgelopen vijfenveertig jaar eigenlijk maar weinig veranderd. Alleen de armoede en werkloosheid zijn toegenomen, wat er mede voor zorgt dat nóg meer mensen hun antwoorden zoeken in het geloof. Hoe slechter het met je gaat, des te meer ben je op zoek naar een reden om het allemaal aan op te hangen. De zin van het leven te ontdekken. Een plek te veroveren in het paradijs, aan de rechterhand van God. Het maakt van deze roman een mooi document en een zeer interessant tijdsbeeld. Echte antwoorden weet Kroonenberg niet te vinden. De meeste Amerikanen die ze spreekt hebben geen verklaring voor hun manier van geloven en kunnen ook niet helder onder woorden brengen waarom God en hun geloof nou zo belangrijk zijn. Ze draaien rond in cirkels en verliezen zich voornamelijk in voorspelbare algemeenheden. Het geeft een beeld van een leeg en eenzaam bestaan waarin veel Amerikanen uiteindelijk toeleven naar hun dood, zodat hun echte leven dan eindelijk kan gaan beginnen.


God in Amerika
Yvonne Kroonenberg
Uitgeverij Atlas Contact
Prijs: € 14,99




zondag 23 oktober 2016

J.D. Rinehart: Het verloren rijk

Ploegje hier, ploegje daar



Slechts een paar maanden na het verschijnen van het eerste deel ligt nu ook Het verloren rijk al in de boekwinkel. Het tweede deel van Driesterrenkroon, over de drieling Elodie, Tarlan en Agulfus die volgens een oude profetie vrede en voorspoed moeten brengen in het koninkrijk Toronië. Al jarenlang wordt het rijk met ijzeren vuist geregeerd door hun wrede vader. In mijn recensie van het eerste deel schreef ik al dat het er – voor een jeugdboek – soms opvallend heftig aan toe gaat in het verhaal van J.D. Rinehart. In Het verloren rijk is dat wederom het geval. De schurken hakken er behoorlijk op los en ook de helden van het verhaal staan in dat opzicht hun mannetje. En vrouwtje. Het bloed vloeit rijkelijk, ledematen vliegen veelvuldig in het rond en ook de guillotine doet zijn gruwelijke werk. Belangrijke personages uit het eerste boek worden daarbij soms niet gespaard. Grote verschil met het vorige boek is echter wel dat de vaart er nu veel meer inzit en er nog nauwelijks momenten zijn waarbij je met je gedachten makkelijk even kan wegdromen. Het verhaal is in alle opzichten beter in evenwicht en de drie koningskinderen uit de profetie maken duidelijk een ontwikkeling door. Ze gaan ook steeds beter om met hun speciale gaven, die ze blijkbaar van hun moeder hebben geërfd. De strijd in Toronië tegen het zombie leger van de gewelddadige koning Brutan gaat nog steeds in alle hevigheid verder en met name Gulf heeft daar zijn handen vol aan. Elodie en Tarlan hebben ondertussen andere problemen die ze het hoofd moeten bieden en langzaam maar zeker lijkt de voorspelde gouden toekomst van het koninkrijk verder weg dan ooit. Vooral als andere op macht beluste personen hun kans proberen te grijpen om de troon te veroveren. Vooral Elodie staat er op het oog alleen voor en moet machteloos toezien hoe haar voormalige beschermheer alles in het werk stelt om haar volledig buitenspel te plaatsen. 

De beroemde tovenaar Melchior is ondertussen aan een moeizame tocht begonnen om zijn verloren toverkracht terug te krijgen. Alleen dan zal hij in staat zijn om de drieling ook daadwerkelijk te helpen. Tarlan en zijn dieren helpen hem daarbij maar ontdekken vervolgens ook dat er nog meer bedreigingen onderweg zijn om het koninkrijk omver te werpen. Lichte irritatie tijdens het lezen van de hoofdstukken waarin Tarlan centraal staat is het veelvuldig gebruik van het woord ‘ploegje’. Het ploegje van Tarlan. Ploegje hier, ploegje daar. Overal ligt dierenhaar. Het is bijna alsof je in een liedje van de illustere Drs. P gevangen zit. Natuurlijk…. Het is een jeugdboek. Als je het gaat turven dan kom je echter tot een belachelijk hoog aantal en het haalde bij mij af en toe het bloed onder de nagels. 

De schrijfstijl van J.D. Rinehart zorgt ervoor dat Het verloren rijk heel makkelijk leest, daarbij mede geholpen door de gebruikte regelafstand. Het verhaal zit uitstekend in elkaar en is zonder meer aantrekkelijk en uitdagend voor de jeugd en bevat voldoende elementen die het ook voor de oudere lezers interessant houden. Het is vrij klassieke fantasy, maar de vele vondsten van de auteur zijn allemaal goed bedacht en soms ook wel origineel. Aan het eind van dit tweede deel is nog veel onduidelijk over het lot van de drie koningskinderen. Hoewel je natuurlijk weet dat uiteindelijk alles goed gaat komen, ben je toch wel nieuwsgierig hoe Rinehart straks alle draadjes precies aan elkaar gaat knopen. 

Hopelijk lukt het de uitgever om ook het derde deel snel te vertalen en kan het afsluitende deel over een paar maanden al worden uitgebracht. Ik heb er nu al zin in !


Het verloren rijk
J.D. Rinehart
Uitgeverij Manteau
Prijs: € 15,99






zondag 16 oktober 2016

Paulo Coelho: De spion

Volgelopen lieslaarzen



Aangezien het soms fijn is om tussendoor een dun boekje te lezen, besloot ik enige tijd geleden om te beginnen in De Spion van Paulo Coelho. Ik had net een aantal dikke pillen gelezen en had geen zin om mij meteen weer te binden aan een boek van drie- of vierhonderd pagina’s. Het bescheiden formaat, het onderwerp en het redelijke aantal van 175 pagina’s spraken mij wel aan. In het verleden heb ik wel vaker iets gelezen van Coelho, van wie over de hele wereld al meer dan 200 miljoen boeken zijn verkocht. De uitgever noemt hem graag de meest gelezen auteur ter wereld en de magische fabel De Alchemist heeft de Braziliaan wereldberoemd gemaakt. Op zich hebben zijn boeken nooit een blijvende indruk op mij gemaakt. Elf minuten en De duivel en het meisje konden mij wel licht bekoren, maar van De vijfde berg en Veronika besluit te sterven heb ik de charme nooit kunnen ontdekken. Ook van De Alchemist kan ik niet zeggen dat het nou een hoogtepunt in mijn leven als boekenverslinder is geweest. Hoewel ik de aantrekkingskracht van het verhaal op heel veel mensen wel degelijk kan begrijpen.

Het gegeven van De spion sprak mij echter wel aan. Het verhaal van de Nederlandse Mata Hari, vermeend dubbelspion, exotische danseres en al met al een zeer mysterieuze vrouw. Geboren in Leeuwarden en uiteindelijk bijna honderd jaar geleden vanwege vermeend hoogverraad geëxecuteerd in Frankrijk. Veel meer wist ik eigenlijk niet. Coelho doet een poging om het leven van Margaretha Zelle, zoals haar echte naam was, volledig in beeld te brengen en gebruikte daarvoor ware feiten en eigen interpretaties. Hoewel het nog altijd onduidelijk is of Mata Hari inderdaad een spion was of slechts het slachtoffer van een ingewikkeld complot, is het verhaal op zich natuurlijk goed genoeg voor tientallen romans en documentaires. Het is echter de vraag of dit boek van Coelho iets weet toe te voegen aan alles wat er al bekend was over haar. Zijn poging daartoe wist mij in ieder geval slechts moeizaam te bekoren.

Uiteindelijk heb ik langer over deze dunne roman gedaan dan ik doorgaans nodig heb voor een boek van twee of drie keer zoveel pagina’s. Ik kwam er maar nauwelijks doorheen, maar vond het onaanvaardbaar om er halverwege mee te stoppen. “Altijd je bord leegeten”, zei mijn moeder vroeger altijd. Voor boeken geldt dat principe mijns inziens ook. Als je er aan begint moet je het ook uitlezen, ongeacht de kwaliteit. Nou mag je van Coelho natuurlijk niet zeggen dat hij slecht kan schrijven, maar het boek wist bij mij nergens ook maar een vonkje van enthousiasme op te wekken. Het was alsof ik met volgelopen lieslaarzen door een modderig riviertje aan het worstelen was met de elementen. Ik kwam nauwelijks vooruit, zag nergens een lichtpuntje en had op een gegeven moment geen enkel idee meer hoe ik ooit nog aan de overkant moest komen. Het ging, als het ware, allemaal zo traag als dikke stront. Het werd op een gegeven moment zo erg dat ik overwoog om de wijze woorden van mijn moeder in de wind te slaan en het boek gewoon maar aan de kant te leggen. Op zijn eigen manier probeerde Coelho allerlei verborgen wijsheden in de tekst te verstoppen en ontbraken ook de religieuze voetnoten niet. Het stoorde mij bij het lezen enorm en soms had ik het idee dat hij niet alleen het verhaal van Mata Hari aan het vertellen was maar ook zijn eigen boodschap wilde uitdragen. 

Al met al was De spion voor mij geen succes. De liefhebbers van Coelho zullen het mij niet in dank afnemen. Ik kan er echter niets aan doen. Mijn interesse voor Mata Hari blijft bestaan en volgend jaar gaan er ongetwijfeld nog meer boeken over haar verschijnen. Hopelijk betere dan deze mijns inziens mislukte poging van Paulo Coelho.


De spion
Paulo Coelho
Uitgeverij De Arbeiderspers
Prijs: € 18,99





zaterdag 15 oktober 2016

David Grossman: Het duel

Adembenemende kennismaking


Soms ontdek je bij toeval een auteur waarvan je na het lezen van een van zijn boeken meteen het gevoel krijgt dat hij wel eens kan gaan uitgroeien tot een van je favoriete schrijvers. Het kan natuurlijk ook gebeuren met een ‘zij’, maar in dit geval ging het om een ‘hij’. Het gebeurde bij mij met het verschijnen van de dunne roman Het duel van de Israëlische auteur David Grossman. Een boekje dat je op zich makkelijk over het hoofd kon zien. Er stond een tekening van een pistool op de donkerrode omslag en met mijn nooit verdwenen, bijna kinderlijke liefde voor westerns, pakte ik het op en ging er uiteindelijk mee naar huis. Aangezien ik het al een beetje had doorgebladerd wist ik al dat het geen verhaal was over een mysterieuze revolverheld uit het oude westen. Het bleek een Young Adult roman te zijn en de eerste pagina en achterflap van het boek waren dusdanig dat ik er geen afscheid meer van kon nemen. Liefde op het eerste gezicht, zoals je dat met boeken wel vaker kan hebben. Soms wil dat nog wel eens eindigen in verdriet en spijt, maar in dit geval zou het mij niets verbazen als het een prachtig startschot was van een langdurige en hartstochtelijke relatie.

Ik kende David Grossman uitsluitend van naam. Ik wist dat zijn boeken verschenen bij uitgeverij Cossee en dat was eerlijk gezegd ook de reden dat ik mij nooit in deze auteur heb verdiept. Ik weet dat dit een kwalitatief zeer uitstekende uitgever is, maar de boeken die ze uitbrengen spraken mij gewoon nooit echt aan. Zonder dat ik hier een zinnige verklaring voor kan geven. Noem het dus maar een ongegrond vooroordeel. Het duel zag er echter niet uit als een roman van Cossee en omdat het meteen mijn interesse wist te wekken, keek ik er in dat opzicht verder niet echt kritisch naar. Pas toen ik het uit had ontdekte in de naam van de uitgeverij. Toen was ik echter al verkocht. David Grossman had mij gevangen in een boekje van nauwelijks honderdvijftig pagina’s, dat werkelijk alles heeft wat je van een goede roman mag verwachten. Aansprekende personages, humor, intrige, passie, emotie en bovenal een mooi en goed verteld verhaal.

Het verhaal speelt zich af in het Israël van 1966 en de verteller is de achtentwintigjarige David, die op zijn twaalfde iets heel bijzonders heeft meegemaakt. David. Net als Grossman dus, die in 1982 – toen hij het boek schreef – zelf ook achtentwintig jaar was. Het duel gaat over vriendschap, over hartverscheurende liefde, over het maken van keuzes, over opgroeien en over ouder worden. In het begin doet het heel even een klein beetje denken aan het dagboek van Hendrik Groen en het zou zo maar kunnen dat de auteur van die boeken via David Grossman op dat idee is gekomen. Of is dat te ver gezocht? Feit is dat zijn manier van schrijven een inspiratiebron voor veel andere auteurs kan zijn. Het is vloeiend, makkelijk, luchtig en toch intens en af en toe zeer ontroerend. Na het dichtslaan van deze roman kon ik alleen maar een diepe zucht slaken van spijt. Dat het uit was. Iedere letter gelezen. Sommige zelfs meerdere malen. 

Een onvergetelijk verhaal en voor mij persoonlijk een adembenemende kennismaking met een auteur waarvan ik de komende maanden absoluut meer wil – en zal – gaan lezen. 


Het duel
David Grossman
Uitgeverij Cossee

Prijs: € 16,99




donderdag 13 oktober 2016

Martine Bijl: Hindergroen

Hoog Libelle gehalte


Martine Bijl is leuk.

Altijd al gevonden. Die guitige glimlach, lieve ogen en die heerlijke, vaak licht ironische stem. Ik kan mij nog herinneren toen ik – werkelijk vele jaren geleden – voor het eerst hoorde dat ze iets had met Berend Boudewijn. De quizmaster. De bofkont. Wat moest ze nou weer met die vent? Een saaie flapdrol, maar blijkbaar een man met verborgen talenten, want hij wist toch maar mooi het hart van Martine Bijl te stelen. In mijn ogen is Martine een beetje de Nederlandse Meg Ryan, maar dan zonder facelift. Of in ieder geval zonder een mislukte poging daartoe en ik zou best wel eens samen met haar een hapje willen eten bij dat nog altijd wereldberoemde Katz’s Delicatessen in Manhattan. Martine is de laatste jaren wat minder op televisie, maar ik zal nooit zomaar door zappen als ik haar toevallig ergens zie. Niet dat ik ooit serieus naar Heel Holland Bakt heb gekeken, maar de reclames voor Hak staan wel in mijn geheugen gegrift. Met die mazzelpik van een meneer De Haan die regelmatig met haar het weiland in mocht duiken. 

Sinds kort ligt de verhalenbundel Hindergroen in de winkels. Het was de bedoeling dat het nieuwe en opgepoetste stukken zouden worden die Martine Bijl had geschreven voor het mij verder onbekende tijdschrift ZIN. Het project kwam stil te liggen toen ze in de herfst van 2015 werd getroffen door een hersenbloeding. Toen haar herstel enigszins vorm kreeg heeft ze de draad weer opgepakt en heeft ze er nog wat nieuws aan toegevoegd over de gezondheidsproblemen die ze heeft gehad. Over de hele linie genomen heeft het boek een vrij hoog Libelle gehalte. Of Margriet, als daar een verschil in mocht zitten. Ik had natuurlijk voor ik aan Hindergroen begon al begrepen dat ik niet de beoogde doelgroep was en hoe leuk ik Martine ook vind, de meeste verhalen konden mij niet echt boeien. Het zijn leuke, kleine verhaaltjes, maar niet het soort dat bij mij lang blijft hangen. In mijn hoofd las ik ze zoveel mogelijk met een Martine Bijl stemmetje, want ze schrijft overduidelijk net zoals ze praat. Dat maakte het wel leuker, maar nog altijd waren het grotendeels wat suffige verhaaltjes. Althans…. Voor mij. Dat ligt dus niet per se aan Martine, die ik in geen honderd jaar ergens de schuld van zal geven. Vandaar mijn beoordeling van drie in plaats van twee sterren. 

Ik denk dat veel mensen plezier aan deze bundel zullen beleven. Dat zijn waarschijnlijk voornamelijk vrouwen. Martine Bijl weet natuurlijk hoe ze een verhaal moet vertellen, hoe ze het leuk kan opschrijven. Je komt ook wat meer over Martine en haar leven te weten. Vooral haar liefde voor Berend Boudewijn is over de hele linie zeer duidelijk. 

Verdorie !


Hindergroen
Martine Bijl

Uitgeverij Atlas Contact
Prijs: € 14,99






zondag 2 oktober 2016

Nico Dijkshoorn: De tranen van Kuif den Dolder

Een satire op de voetbalwereld



Eigenlijk had ik er niet zoveel zin in. De tranen van Kuif den Dolder. Een satire op de voetbalwereld. Een roman over de beste voetballer die Nederland nooit heeft gekend. Ik kon mij er van te voren niet echt een voorstelling van maken en kende Nico Dijkshoorn voornamelijk van zijn columns en zijn korte verhalen. Van zijn aanwezigheid bij het televisieprogramma dat toen nog Voetbal International werd genoemd en natuurlijk van de woensdagavond bij DWDD. De columns van Dijkshoorn over voetbal zijn altijd een waar genot, maar om dan nu plotseling een voetbalroman te moeten lezen? Nou ja… moeten. Het was natuurlijk mijn eigen keuze, maar aangezien ik bijna alle andere boeken van hem al had gelezen, had ik het gevoel dat ik feitelijk geen keuze had. De tranen van Kuif den Dolder hoorde er ook bij en dus ontkwam ik niet aan het boek over de voetballer uit het Drentse Uffelte.

Vanaf de eerste tien pagina’s wist ik het echter al zeker: dit was een geweldig boek. Prachtige anekdotes van Zweep Dukels, Bokke Roet, Kuitje Ruwiel, Graatje Piep, Touw Reuk, trainer Dolf Seegers en nog veel meer kleurrijke personages die allemaal iets onthullen over de legendarische Kuif den Dolder. Een fantastische spits, die altijd scoorde en inmiddels anoniem in Almere woont. In een flat. Op tweehoog. Wat een tragedie. Zo’n talent, zo’n begenadigde voetballer. Nu eenzaam en alleen in de stad waar Nico – net als ik – ook woont. 

De tranen van Kuif den Dolder is een roman die leest als een biografie. Het zit werkelijk tot de nok toe gevuld met humor. Onweerstaanbare humor, als je een liefhebber bent van voetbal. En van Nico Dijkshoorn. Het is zeer herkenbaar, vooral als je zelf – op welk niveau dan ook – hebt gevoetbald, maar ook ontroerend mooi geschreven. Het boek pakt je meteen vanaf de eerste regels en als je wilt lees je het in een paar uur uit. Het verhaal telt namelijk nog geen tweehonderd pagina’s, maar omdat de tranen je regelmatig over de wangen lopen van het lachen, doe je er waarschijnlijk toch wat langer over. Vooral omdat heel veel stukken de moeite van het opnieuw lezen absoluut waard zijn en je als lezer al snel doorhebt dat je eigenlijk niet wilt dat het verhaal te snel is afgelopen. 

Kuif was een fenomeen bij VV Uffelte maar zijn enorme talent reikte zelfs tot Italië, waar de scouts van AC Milan er alles aan deden om hem naar de voormalige topclub te halen. Alleen Kuif was namelijk in staat de verloren grootsheid van deze club te herstellen. De Italianen zagen in dat Kuif den Dolder een uniek talent was en waarschijnlijk de beste voetballer die ooit het rood/zwart zou dragen. Helaas liep het anders en verdween de spits volledig in de anonimiteit.

Met De tranen van Kuif den Dolder heeft Nico Dijkshoorn misschien wel het ultieme voetbalboek geschreven. Dat het van de eerste tot laatste letter allemaal verzonnen is, maakt feitelijk niet uit. Het boek ademt gewoon voetbal, het zou zo maar een echte biografie kunnen zijn van een enorm talent. Het bestaat voor het grootste deel uit allerlei onzinnige interviews met de meest idiote personages die je maar kunt bedenken. Mensen die Cruijff en Van Hanegem maar uitslovers vonden. Jankers. Omdat ze met hun eigen held het ultieme voetbalwonder hadden gezien. De man die zijn neus ophaalde voor een no-look pass. Omdat hij juist wél keek. Hij keek en deed daar verder niet moeilijk over. Dat was typisch Kuif den Dolder.

Het einde van het boek is op het oog wat minder uitgewerkt, maar past eigenlijk wel weer exact binnen het mysterie van de voetballer die Kuif den Dolder nooit is geweest. Hou je van voetbal? Denk dan niet langer na en lees dit boek. Je komt niet meer bij van het lachen! 


De tranen van Kuif den Dolder
Nico Dijkshoorn

Uitgeverij Atlas Contact
Prijs: € 12,50