maandag 29 augustus 2016

Blake Crouch: Dark Matter

Fringe



Net als de meeste hypes kon Dark Matter in werkelijkheid eigenlijk alleen maar tegenvallen. Voordat het boek in een Nederlandse vertaling verscheen had ik er al behoorlijk veel over gehoord en gelezen. Het maakte mij nieuwsgierig en zorgde ervoor dat ik het boek wilde lezen. Zoals dat gaat, bij een goede hype. Ook ik bleek daar niet geheel ongevoelig voor te zijn. De berichten over het boek logen er dan ook niet om. Geschreven door de man die verantwoordelijk was voor het succes van de televisieserie Wayward Pines. Een geheel nieuw genre. Volstrekt origineel. Een boek dat je nog lang zal achtervolgen. Uitzonderlijk. Briljant. Met niets te vergelijken….

Dark Matter is inderdaad een bijzonder boek. Een speculatieve thriller, zoals de uitgever het op de omslag heeft omschreven. Geen nieuw genre, maar wel doorgaans een garantie voor een boeiend verhaal. Als de auteur althans weet wat hij doet, en dat kan je van Blake Crouch wel zeggen. Wat als er meerdere dimensies bestaan? Wat als je tussen die verschillende dimensies zou kunnen reizen? Het idee van meerdere dimensies is al oud. Ik kan mij nog voldoende afleveringen van Star Trek herinneren waarin Jean-Luc Picard en William T. Riker daarover discussiëren. Meer recent is er de geweldige televisieserie Fringe. Het kreeg in totaal vijf seizoenen en behandelde feitelijk hetzelfde thema als Dark Matter. Het leuke van dit boek is dat het klinkt als science fiction maar dat het waarschijnlijk de liefhebbers van thrillers het meeste zal aanspreken. Blake Crouch heeft een prima boek geschreven dat waarschijnlijk heel wat stof zal doen opwaaien. In z’n totaliteit voldoet het echter niet geheel aan de verwachtingen. Het begin is wat aarzelend en stroperig en ik moest mijzelf dwingen om door te blijven lezen. Plotseling komt echter de vaart in het verhaal en vlieg je werkelijk door de verschillende hoofdstukken. Soms lijkt het zelfs té snel te gaan en krijg je nauwelijks tijd om te beseffen wat je leest. 

Hoofdpersoon Jason woont in Chicago in een patriciërswoning en die patriciërswoning is één van de mooiste patriciërswoningen die je je maar kan voorstellen. Omdat het zijn patriciërswoning is waar hij met zijn vrouw Daniela en zoon Charlie woont… 

Hoe vaak moet je vertellen dat Jason een patriciërswoning heeft? Het woord kwam mij op de helft van het boek al behoorlijk de keel uit. Het boek bevat meer van dit soort storende en onnodige herhalingen zonder enige toegevoegde waarde. Sommige delen hadden baat gehad bij meer uitleg of een betere uitwerking, terwijl andere stukken weer te traag gaan. Hoewel Jason in het hele boek problemen heeft met het concept van reizen tussen verschillende werelden, accepteren zijn vrouw en zoon het binnen twee zinnen als Jason ze hiervan tegen het eind van het verhaal op de hoogte brengt. Ze stellen nauwelijks vragen, hebben totaal geen moeite met het ingewikkelde concept en gaan meteen weer over tot de orde van de dag. Totaal ongeloofwaardig. Crouch had het verhaal minimaal twee extra hoofdstukken moeten geven om met name de plot beter uit te werken.

Wat overblijft is echter nog altijd een heel aardig boek. Je leest het in een dag uit en het zet je aan het denken. Over de keuzes die je zelf hebt gemaakt in je leven. Zou je het – als je de kans kreeg – allemaal opnieuw zo hebben gedaan? Hou zou je leven er hebben uitgezien als je een andere weg was ingeslagen? Het is een interessant thema, net als de mogelijkheid dat er nog duizenden andere realiteiten zouden bestaan. Het boek van Crouch is niet alleen een thriller maar ook een prachtig concept voor een televisieserie. Als het er van gaat komen, dan zit ik vanaf de eerste aflevering voor de buis. De kans dat het dan wel zijn volledige potentie zal weten te benutten is mijns inziens erg groot. 


Dark Matter
Blake Crouch
Uitgeverij Karakter
Prijs: € 19,99





zondag 28 augustus 2016

Simon de Waal: Nemesis

Spannend en goed geschreven



Ik ken Simon de Waal als auteur voornamelijk van Cop vs. Killer en Pentito, twee uitstekende thrillers die ik met bijzonder veel plezier heb gelezen. Ooit heb ik een poging gedaan een deel uit de serie van De Waal en Baantjer te lezen, over rechercheur Van Opperdoes, maar die heb ik halverwege weer weggelegd. De serie is razend populair bij een zeer groot publiek en kwalitatief ongetwijfeld erg goed, maar gewoon niet het soort boeken dat ik graag lees. Ook de serie van Baantjer zelf heeft mij nooit kunnen bekoren. Nemesis is echter andere koek. Een harde politieroman, vol vaart en met een enorme passie geschreven. Het echte werk. Iets waar Simon de Waal door al zijn drukke werkzaamheden blijkbaar te weinig tijd voor heeft. “Hier is ‘ie dan, eindelijk”, schrijft hij in zijn dankwoord richting Oscar van Gelderen. Commercieel zal Nemesis het waarschijnlijk veel minder doen dan de boeken over Van Opperdoes, maar ik denk dat het De Waal als auteur veel meer voldoening zal geven.

In z’n totaliteit is Nemesis een spannende en goed geschreven thriller, maar wel minder verrassend dan Cop vs. Killer en Pentito. Het begin is adembenemend, zeer spannend en vol met prachtig ingeleefde emoties. De personages komen tot leven en De Waal weet de grimmige sfeer van het verhaal perfect op de lezer over te brengen. De speurtocht van de recherche door een groot deel van Amsterdam is boeiend en met liefde voor de stad geschreven. De frustratie bij de officier van justitie en de rechercheurs als ze niet in staat zijn om binnen de kaders van hun werk serieus jacht te kunnen maken op de moordenaars wordt zeer geloofwaardig naar voren gebracht. Dit is prachtig leesvoer en aan alles merk je dat Simon de Waal niet alleen een uitstekende auteur is maar ook een ervaren rechercheur die in staat is om zijn eigen ervaringen moeiteloos mee te nemen bij het vertellen van het verhaal. 

Ondanks dat je de klasse van de auteur in iedere regel proeft, bevat Nemesis wel een paar verbeterpunten. De plot is prima, maar komt wel heel erg snel en maakt het eind van het verhaal daarom wat ongeloofwaardig. Criminelen die in het hele verhaal vrijwel onvindbaar zijn en steeds buiten het bereik van de politie blijven, worden op het eind van het boek plotseling zonder problemen gevonden. In vijf regeltjes lees je bijna achteloos waar je feitelijk al vanaf de eerste bladzijde van het verhaal op wacht. Alsof Simon de Waal van zijn uitgever een deadline heeft gekregen waar hij niet helemaal mee uit de voeten kon. Ook de informatie op de achterflap van het boek is niet helemaal accuraat. Niet de schuld van de auteur, maar toch zorgt het ervoor dat de verwachtingen niet helemaal worden waargemaakt. 

“Wanneer die langzaam beseffen dat het team illegaal en op eigen houtje opereert, besluiten ze keihard de confrontatie aan te gaan er is er geen weg meer terug.” 

De criminelen waar de politie jacht op maakt gaan feitelijk de confrontatie aan voordat de politie op eigen houtje gaat opereren. Daar begint Nemesis mee en is de reden waarom de rechercheurs alles op alles zetten om de daders te pakken te krijgen. Van een keiharde confrontatie is daarna nauwelijks meer sprake. Op zich jammer, want met name in het laatste kwart had het verhaal nog wel wat extra peper kunnen gebruiken. 

Ach, het is misschien het klassieke gebrek van een goed boek. Het is altijd te kort. Nemesis leest als een trein en weet van begin tot eind te boeien. Simon de Waal bewijst eens te meer één van de beste thrillerauteurs van eigen bodem te zijn die jammer genoeg te weinig van dit soort boeken schrijft. De schoonheidsfoutjes zijn hem vergeven, vooral als hij beloven wil dat het niet wéér negen jaar gaat duren voordat hij met een opvolger op de proppen komt. 


Nemesis
Simon de Waal

Uitgeverij Lebowski
Prijs: € 19,99






zondag 21 augustus 2016

Michael Robotham: Nachtboot

Worstelen


Michael Robotham schrijft niet alleen boeken in zijn serie over Joe O’Loughlin en Vincent Ruiz. Regelmatig verschijnen er ook losstaande thrillers, waarvan Nachtboot officieel de eerste was. Hoewel je het door de – overigens vrij beperkte – aanwezigheid van voormalig politierechercheur Ruiz eigenlijk ook wel een beetje als deel van de serie kan beschouwen. Mogelijk dat het door het ontbreken van Joe O’Loughlin toch door velen als een boek buiten de serie wordt gerekend. Hoofdpersoon Alisha Barba is een politierechercheur met haar roots in India die vanwege ernstig rugletsel een beetje op een zijspoor is geraakt binnen het politiekorps. Als een oude schoolvriendin komt te overlijden gaat ze in haar eigen tijd op onderzoek uit en komt ze een grootschalige mensensmokkel op het spoor. 

In z’n totaliteit was Nachtboot voor mij persoonlijk een zware bevalling. Van te voren leek het leuk dat het verhaal zich voor een groot afspeelde in mijn geboortestad Amsterdam, maar uiteindelijk bleek het nauwelijks van enige toegevoegde waarde. Het verhaal komt slechts moeizaam op gang en raakt tegen het einde steeds meer met zichzelf in de knoop. Alisha Barba is grotendeels de oorzaak, aangezien Robotham niet echt grip op haar krijgt. Misschien heeft hij zich wel verkeken in het schrijven vanuit een vrouwelijk perspectief. Of bleek het in dat deel van zijn carrière als auteur nog niet mogelijk om te schrijven buiten de inmiddels vertrouwde omgeving van zijn vaste personages. Hoe dan ook, het hele boek is warrig, vaak onnodig gecompliceerd en het doen en laten van met name Alisha Barba is nauwelijks consequent. Wel verliefd op vriendje Dave, niet verliefd op vriendje Dave. Hij is voor haar de ideale man, hij is voor haar niet de ideale man. Om gek van te worden. Het hele boek door blijft haar mening over hem maar veranderen. Het is niet het enige waar je jezelf aan kan ergeren. Als ze inbreekt in het huis van haar vriendin, op zoek naar een verklaring voor haar eventuele moord, ontsnapt ze aan de dood als het huis in brand wordt gestoken. De politie verdenkt haar van brandstichting en wil haar dus uiteraard ondervragen. De rechercheur van dienst laat haar gaan en terwijl Barba haar spoor naar Amsterdam volgt, blijft ze in contact staan met hem. Ondanks het feit dat hij ervan overtuigd is dat ze verantwoordelijk is voor de brand, helpt hij haar echter toch gewoon met haar feitelijk illegale onderzoek.

Nachtboot is niet het beste boek van Michael Robotham. Erger nog: het is een beetje een tegenvaller. Hooguit twee op de schaal van Audie Palmer, om het verbluffende Leven of dood – mijn eerste kennismaking met Robotham – nog maar eens aan te halen. Het zij hem echter vergeven. Iedereen kan een keer de fout in gaan. Al had ik het van Robotham na het lezen van vijf van zijn boeken eerlijk gezegd niet verwacht. Alleen de stukken met Vincent Ruiz zijn interessant en bevatten de kenmerkende Robotham humor. Voor de rest is het een boek waar ik mij doorheen moest worstelen, niet voldoende lijn in kon ontdekken, waar de schurken wel heel zwart/wit waren en Alisha Barba iedere keer weer een engeltje op haar schouder had zitten. Gelukkig was vriendje Dave steeds in de buurt, al vraag ik mij na het dichtklappen van Nachtboot natuurlijk wel af of die relatie tussen hen wel stand kan houden. Ik denk het wel. Of niet. Of toch….


Nachtboot
Michael Robotham
Uitgeverij Cargo
Prijs: € 12,50




dinsdag 16 augustus 2016

J.D. Rinehart: Driesterrenkroon

Veelbelovend begin


Het verschil tussen jeugdboeken en boeken voor volwassenen lijkt steeds kleiner te worden. Kijk maar naar het enorme succes van bijvoorbeeld De Grijze Jager. Favoriet bij zowel jong als oud. Maar ook series als De Hongerspelen en Percy Jackson zijn boeken die veel lezers in alle leeftijden erg aanspreken. Driesterrenkroon is ook zo’n voorbeeld. Het is overduidelijk geschreven voor een jong publiek maar zal ook veel oudere lezers kunnen bekoren. Bepaalde delen van het boek zijn zo beeldend en bloederig dat je zelfs je vraagtekens kan zetten bij de bepaling dat het oorspronkelijk is bedoeld voor kinderen van rond de tien jaar. 

J.D. Rinehart, een pseudoniem, is blijkbaar van mening dat het allemaal moet kunnen en op zich gaat hij ook nergens echt over de scheef, maar genoeg ouders zullen daar mogelijk anders over denken. Met name tegen het eind van het verhaal wordt er flink op los gehakt en vliegen de bloedspetters en lichaamsdelen je om de oren. Het maakt van dit eerste deel van een trilogie echter wel een enerverende leeservaring. Het verhaal bevat allerlei soorten magie en hoewel het om vrij klassieke fantasy gaat weet Rinehart wel een paar keer te verrassen. In de laatste hoofdstukken wordt ook nog een aantal horror elementen toegevoegd. Enigszins onverwachts, soms een beetje over de top, maar ondanks dat toch wel leuk. 

Fantasy is al jarenlang mateloos populair bij de jeugd. Het is dan ook enigszins onverklaarbaar dat de meer volwassen fantasy niet of nauwelijks van de grond komt in Nederland. Aan Driesterrenkroon zal het niet liggen, want Rinehart heeft zeker zijn best gedaan. Drie jonge kinderen zijn volgens een oude profetie de rechtmatige erfgenamen van een wrede koning maar zijn als baby’s uit het koninkrijk gesmokkeld om aan de bloeddorst van hun vader te ontkomen. Die heeft de profetie ook gelezen en is niet van plan om de kroon aan wie dan ook vrijwillig af te staan. De drie kinderen bezitten allemaal een unieke vorm van magie, maar weten niet af van elkaars bestaan. De magie van Tarlan en Elodie worden mooi uitgewerkt en spreken ook behoorlijk tot de verbeelding. Alleen Agulfus lijkt er wat magertjes vanaf te komen, maar tegen het eind wordt duidelijk dat ook hij een zeer bijzondere gave heeft. 

Rinehart heeft een boek geschreven met redelijk wat vaart en veel actie en geweld. Misschien had hij het wat beter over het gehele boek kunnen verdelen, want sommige passages en hoofdstukken zijn soms wat saai en langdradig. Terwijl je tegen het eind bijna pagina’s tekort lijkt te komen om alle gevechten en intriges in je op te nemen. Feit is wel dat er genoeg overblijft voor een tweede en derde deel, want ondanks het op zich redelijk afgesloten einde, liggen er nog genoeg verhaallijnen open die in de vervolgdelen kunnen worden opgepakt en uitgewerkt. Volgens de profetie moet dat allemaal gaan leiden tot een triomftocht richting de troon van het machtige rijk. 

Over een paar maanden ligt het vervolg al in de winkels. Het begin is – op een paar kanttekeningen na – veelbelovend.


Driesterrenkroon
J.D. Rinehart

Uitgeverij Manteau
Prijs: € 15,99





zondag 14 augustus 2016

Michael Robotham: Boetedoening

Robotfan



In de reeks van Michael Robotham over psycholoog Joe O’Loughlin en politierechercheur Vincent Ruiz is Boetedoening het vierde deel, hoewel laatstgenoemde in de officieel als standalone gekwalificeerde Nachtboot ook een rolletje had. Na het geweldige Gebroken was ik zeer benieuwd of Robotham het nieuwe verwachtingspatroon kon waarmaken. O’Loughlin is eigenlijk een vrij serieuze man die onder andere omstandigheden misschien zelfs wel saai genoemd kan worden. Vanwege de misdaden die hij moet oplossen gaat dat oordeel niet op, want er is altijd wel iets aan de hand. Het is echter vooral de humor die Michael Robotham in zijn dialogen stopt dat ervoor zorgt dat O’Loughlin in alle boeken die ik tot dusver heb gelezen een interessante en boeiende persoonlijkheid blijft. In Boetedoening is dat gelukkig niet anders. Het boek begint vrij traag en ingetogen. Het is nog niet spannend, maar wel buitengewoon boeiend en vooral het personage van Joe O’Loughlin wordt verder uitgediept. De psycholoog heeft moeite met het feit dat hij niet meer bij zijn vrouw en kinderen woont en krijgt ook steeds meer te maken met de ongemakken van de ziekte van Parkinson. Als de vader van een vriendinnetje van zijn dochter dood in zijn huis wordt gevonden, raakt O’Loughlin betrokken bij het politieonderzoek. 

Beetje bij beetje ontdek je wat er zo ongeveer aan de hand kan zijn, maar je ziet vooral de buitenste contouren. Op de helft van het verhaal weet je nog steeds niet exact wat er speelt, maar wordt je wel langzaam een donkere wereld ingetrokken. Een wereld die voor de meeste mensen niet te bevatten is, waar seksueel misbruik en geweld hand in hand gaan en waar alle normen en waarden zijn ingeruild voor macht en overheersing. Als er dan ook nog eens kinderen bij betrokken zijn, dan is de smerigheid van de misdaden waar O’Loughlin samen met Ruiz tegen moet vechten feitelijk met geen pen meer te beschrijven. Robotham heeft er echter een uitgekiende modus voor gevonden, door niet teveel in detail te treden maar wel de beklemmende en uiterst schimmige sfeer bij je op te roepen. De mensen die zich in het wereldje van seksueel misbruik begeven kruipen bijna letterlijk onder je huid en het is absoluut niet moeilijk om een gruwelijke hekel aan hen te krijgen. Robotham doet dat op meesterlijke wijze. Op driekwart van het boek komt de tweede verhaallijn over de moord op een vluchtelingengezin ook op stoom en neemt de spanning toe en bereikt het soms een bloedstollend niveau. Niet alleen van de onderhuidse spanning maar ook van afschuw moet je af en toe slikken om te verwerken wat je krijgt voorgeschoteld. Je krijgt een kijkje, rechtstreeks in de stinkende muil van Het Kwaad. Kinderlokkers, pedofielen en andere monsters die kinderen misbruiken staan op de onderste treden van het menselijke ras. Robotham brengt het erg dichtbij en tijdens het lezen ontkom je bijna niet aan de aandrang om nog even extra te checken of je eigen kinderen wel veilig thuis zijn. 

Je mag je afvragen hoe het komt dat een psycholoog steeds een beter voorgevoel heeft van wat er kan gaan gebeuren dan ervaren en in het boek toch vrij capabele politierechercheurs en dat maakt het verhaal soms wat minder geloofwaardig. Natuurlijk zie je dat ook vaak in andere boeken met seriepersonages en het valt mogelijk ook niet altijd te voorkomen. Robotham balanceert soms op het randje, maar komt daar uiteindelijk toch mee weg. Het laatste kwart van het boek is spannend en de twee verhaallijnen komen – iets wat gekunsteld – bij elkaar. In z’n totaliteit is dit vierde deel kwalitatief wel minder dan Gebroken maar erg veel scheelt het niet. 

Eén ding is duidelijk: ik ben inmiddels een echte Robotfan.

Op naar deel vijf!


Boetedoening
Michael Robotham
Uitgeverij Cargo
Prijs: € 12,50





zaterdag 13 augustus 2016

De moord op Janet Bokey Hee

Bijna veertig jaar geleden werd Tess Gerritsen geconfronteerd met een afschuwelijke tragedie binnen de gemeenschap waarin zij opgroeide. De marteling van en de moord op een jonge moeder, waarbij de dader een goede kennis van het gezin Gerritsen bleek te zijn. Een man die door Tess Gerritsen als een oom werd gezien en die haar op jeugdige leeftijd confronteerde met de duivel die aanwezig is in iedere mens. “Niemand van ons zag het aankomen. De tekenen waren er wel degelijk, maar omdat de moordenaar uit een vooraanstaande en gerespecteerde familie kwam, hebben wij de wreedheid achter de glimlach nooit herkend. Iedere familie heeft geheimen en Chinese gezinnen zijn meesters in het verstoppen daarvan. De dood van de vrouw heeft mij geleerd dat wij een ander mens nooit volledig kunnen doorgronden en die les klinkt door in alle thrillers die ik in mijn carrière heb geschreven.”

In de avond van 31 oktober 1972 werd Janet Bokey Hee, een 35-jarige Chinese immigrant, dood aangetroffen in de badkamer van haar woning in San Diego. Ze woonde daar met haar echtgenoot Wallace en haar schoonfamilie. Haar hoofd stak in de toiletpot en haar gezicht was opgezwollen en zat onder de blauwe plekken. Op de rest van haar lichaam werden bewijzen gevonden dat ze al langere tijd werd mishandeld. Een patholoog constateerde dat Janet was verdronken in de wc-pot, hoewel later door andere artsen werd beweerd dat ze al aan de slagen op haar hoofd was overleden. Het slachtoffer had tweede- en derdegraads brandwonden op haar lichaam, waarschijnlijk veroorzaakt door kokend water. Tevens werd vastgesteld dat ze lange tijd vastgebonden was geweest en werden er wonden ontdekt die alleen kunnen ontstaan als mensen voor zeer lange tijd in dezelfde positie moeten liggen. De conclusie was dan ook al snel dat Janet Hee over een periode van vele dagen, misschien zelfs weken, was gemarteld. De verdenking van de moord viel op de jongere broer van haar man, Michael, die thuis was toen Janet stierf. Maar de persoon die uiteindelijk gezien werd als het brein achter de folteringen was Janets 62-jarige schoonmoeder Ida Loo Hee, een frêle vrouw die het huishouden met ijzeren hand bestuurde. En tevens één van de beste vriendinnen van de moeder van Tess Gerritsen.


Een dominante schoonmoeder


Janet Bokey Hee werd geboren in Hong Kong en emigreerde op 13-jarige leeftijd met haar ouders naar Amerika. Op haar 29ste werd ze door een kennis voorgesteld aan Wallace Hee, een zeven jaar oudere arts. Al snel volgde er een huwelijk en in zes jaar tijd kreeg het echtpaar drie zonen, waarmee Janet voldeed aan haar plichten als Chinese vrouw. Hoewel Wallace altijd beweerde dat het een huwelijk uit liefde was, bleek later dat het niet had kunnen plaatsvinden zonder de goedkeuring van zijn dominante moeder Ida, die uitsluitend een hardwerkende schoondochter in haar huishouden wilde accepteren. Tijdens het proces dat volgde op de moord vond de politie twee getypte pagina’s in het huis van Ida Loo Hee met daarop het dagelijkse werkschema voor Janet, een opsomming van alle huishoudelijke taken die zij moest uitvoeren tussen acht uur ‘s ochtends en half elf ‘s avonds. Janet voldeed echter niet aan Ida’s verwachtingen.

Tess Gerritsen: “Op een avond, toen ons gezin bij de familie Hee op visite was, zag ik hoe Janet één van haar baby’s lusteloos in slaap probeerde te wiegen. Ze keek wezenloos voor zich uit, alsof ze gedrogeerd was. Ida maakt een aantal schampere opmerkingen over haar, maar dat leek niet echt tot haar door te dringen. Ze liet in ieder geval niets hiervan merken. Ida had een hele waslijst met klachten over haar schoondochter. Ze was slordig, dom, ongeorganiseerd en niet in staat om haar kinderen goed te verzorgen. Ida riep allerlei wrede verwensingen in de richting van Janet, terwijl de mannen van het gezin alleen maar toekeken. Zelfs Wallace was te geïntimideerd door zijn moeder om op te komen voor zijn eigen vrouw. Ida had volledig de macht over een van de meest welvarende Chinese families in San Diego. Haar man Robert was een succesvolle importeur van kruiden, Wallace was een arts en hun jongste zoon Michael een farmacoloog. In de jaren zeventig had San Diego slechts een kleine Chinese bevolking en iedereen wist dat Ida Loo Hee alles kreeg wat zij wilde. De moord op Janet zou dus zeker niet gepleegd kunnen worden zonder haar nadrukkelijke toestemming. Maar iedereen was het er ook over eens dat de 62-jarige vrouw zelf niet sterk genoeg was om Janet te overmeesteren en haar in de toiletpot te laten verdrinken. Iemand anders moet haar hoofd onder water hebben gehouden. Ida gaf de opdracht, maar volgens mijn moeder moet Michael de moordenaar zijn geweest.”


Het proces


Op de dag dat Janet stierf, waren er drie andere volwassenen in het huis: Ida, haar 73-jarige man Robert en hun zoon Michael. Wallace Hee verklaarde later dat hij aanwezig was bij een medische bijeenkomst en pas later die avond thuis was gekomen. Hij vertelde dat hij bij thuiskomst zijn vrouw in de badkamer aantrof met haar hoofd in de toiletpot. Hij probeerde haar tevergeefs te reanimeren en belde om zeven uur ‘s avonds de lijkschouwer die het slachtoffer aantrof op de vloer van de badkamer, bedekt door een deken. De lijkschouwer zag meteen dat het om moord ging en riep de hulp in van de politie. Nog diezelfde avond werden zowel Wallace als Michael gearresteerd op verdenking van moord. Pas een aantal weken later werd ook Ida door de politie opgepakt. 

Tess Gerritsen: “Er werd al snel gezegd dat Michael de moordenaar moest zijn. Maar niemand van ons kon dat eigenlijk geloven. Ik zeker niet. Ik aanbad Michael Hee. Hij was 35 jaar oud en woonde in het appartement naast zijn ouders. Hij was nooit getrouwd, was dol op zijn moeder en werd ook zwaar door haar verwend. Tijdens het proces werd door de advocaten gesuggereerd dat de moord het gevolg was van een mislukte liefdesaffaire tussen Michael en Janet, maar dat geloofde verder niemand. In die tijd, vooral binnen de Chinese gemeenschap, werd er nooit gesproken over homoseksualiteit. Maar iedereen hield van Michael en daarom accepteerde wij allemaal dat hij ‘anders’ was. Als hij vroeger bij ons op visite kwam riep mijn moeder altijd dat oom Michael er was. Mijn broer Tim en ik waren gek op hem. Hij was altijd vol lof over mijn kapsel en was enthousiast over de verhalen die ik toen al schreef. Hij was eigenlijk de enige man die in mijn jeugd ooit aandacht aan mij heeft besteed. Mijn vader had het altijd veel te druk met zijn werk. Michael verloor nooit zijn geduld en ik heb werkelijk nooit ook maar een glimp gezien van de moordenaar die hij uiteindelijk wel bleek te zijn.” 

Op de avond dat Michael Hee werd gearresteerd merkte de politie dat hij krassen en schaafwonden op zijn handen had. Nog diezelfde avond wilde hij de moord al bekennen, maar werd hij tegengehouden door zijn moeder. Tijdens het proces weigerden Michael, Wallace en Ida, volledig volgens de Chinese traditie, nog maar een enkel woord te spreken en werden de gelederen volledig gesloten. Het uiteindelijk proces tegen Michael en Wallace Hee duurde negenentwintig dagen en in totaal werden er zo’n 4.000 pagina’s aan getuigenissen opgetekend. De familie Hee huurde Grant Cooper in, een beroemde advocaat uit Los Angeles, maar ondanks zijn inspanningen werden beide broers veroordeeld voor moord en veroordeeld tot een gevangenisstraf van minimaal vijf jaar. Ida werd schuldig bevonden aan medeplichtigheid maar kon vanwege haar slechte gezondheid de gevangenis na een paar maanden alweer verlaten.


Op zoek naar de oorzaak


Ida Loo Hee overleed in 1989 en werd negen jaar later gevolgd door de toen 67-jarige Wallace. Michael trok zich na zijn vrijlating uit de gevangenis terug uit het openbare leven en verdween daarmee ook voor Tess Gerritsen volledig uit beeld. Al is de dood van Janet haar wel altijd bijgebleven en nu ze een succesvolle auteur is, denkt ze ook dat deze tragische geschiedenis uiteindelijk de reden is geweest dat ze misdaadromans is gaan schrijven. Ze heeft een man die bij haar thuis over de vloer kwam, een man die ze altijd had aanbeden, nooit herkend als een ijskoude moordenaar. In haar boeken moest ze op zoek gaan naar de waarheid en naar de reden waarom rustige en charmante mannen kunnen veranderen in bloeddorstige beesten.  

Tess Gerritsen: “Mijn moeder denkt dat hij inmiddels dood moet zijn. Maar zelfs als hij nog zou leven heb ik niet de moed om hem op te zoeken en te vragen wat er nu precies heeft plaatsgevonden op die dag in oktober, 34 jaar geleden. Het bewijs spreekt niet in zijn voordeel, ik weet dat hij schuldig is. Ik weet dat hij een vrouw heeft mishandeld, gemarteld en gedood. Een monsterlijke daad. Maar tot op de dag van vandaag kan ik hem nog altijd niet zien als een monster. En dat is misschien wel het grootst denkbare mysterie…”


Bronnen:
Daily Telegraph, website Tess Gerritsen, Ezzulia 

zondag 7 augustus 2016

Hjorth Rosenfeldt: De test

Witter dan wit



Om helemaal eerlijk te zijn begon ik een beetje met de pest in mijn lijf aan het vijfde boek van het duo Hjorth Rosenfeldt over psycholoog Sebastian Bergman. Ik had het al een paar keer in mijn hand gehad, maar het toch telkens weer weggelegd. Alle vorige delen waren mij goed bevallen, hoewel ik het soapgehalte soms wel wat te hoog vond en de persoonlijke beslommeringen van de leden van het team van de Nationale Recherche mij een beetje begonnen te irriteren. Dat laatste was echter niet de reden om met enige vertraging aan De test te beginnen. Het lag meer aan het uiterlijk van het nieuwe boek. Wit, een half gezicht op de voorkant en het schrijversduo als een soort van Koot & Bie op de achterflap. Ik weet het, het is kinderachtig en hoort totaal geen rol te spelen bij het wel of niet lezen van een boek. Maar wie is die vent op de voorkant? Is dat Sebastian Bergman? Het is in ieder geval niet de kop die ik zelf in mijn hoofd had bij het lezen van de voorgaande delen. Waarom het uiterlijk van een serie veranderen? Wat is de toegevoegde waarde? Wat mankeerde er aan de eerste vier delen? Gaan we met deel vijf een geheel nieuw publiek aanboren? Mannen met baarden? Mensen die alleen witte boeken lezen? Moeten we de titel letterlijk nemen en is het vanuit uitgeverij Cargo slechts een test? Ach, het zal wel aan mij liggen. Mij teveel bezighouden met randzaken die er totaal niet toe doen. Het gaat om de inhoud en niet om de verpakking. Maar waarom die verpakking dan veranderen? 

Voor ik aan het vijfde deel van de Bergmankronieken begon, las ik op internet voornamelijk positieve reacties. Spannend, mooi plot, meeslepend. Als liefhebber van de boeken van Hjorth Rosenfeldt keek ik erg uit naar dit nieuwe deel, omdat ik het idee had dat de serie een aantal nieuwe wegen zou inslaan. Iets wat ik al dacht na het derde deel, maar Het stille meisje viel mede in dat opzicht enigszins tegen. Dat kan mijn inziens ook gezegd kan worden van dit nieuwe deel. Het leest allemaal weer heel soepel en snel, maar het zemelige gesoap is nog steeds aanwezig. De bed avonturen van de verschillende leden van de Nationale Recherche nemen onderhand net zoveel ruimte in binnen het verhaal als de jacht op de moordenaar. Het gegeven van dit nieuwe boek is zonder meer interessant. Iemand vermoord mensen die in zijn ogen te stom zijn om voor de duvel te dansen. Hij is woest dat jongeren in Big Brother programma’s nationale iconen worden, dat iemand met een YouTube kanaal meer geld verdiend dan een wetenschapper die cum laude is geslaagd aan de universiteit. De oppervlakkigheid van de maatschappij is de moordenaar een doorn in het oog. 

De Nationale Recherche heeft geen idee hoe ze de moordenaar te pakken moeten krijgen en de jacht op hem wordt mooi over het eerste driekwart van het verhaal verdeeld. Het tempo is Scandinavisch laag, karakter worden redelijk uitgediept, maar echt spannend wil het maar niet worden. Pas tegen het eind komt het tempo en de daadwerkelijke actie. Het is te weinig om van De test een top boek te maken en hoewel het Hjorth Rosenfeldt wederom lukt om met een flinke cliffhanger te eindigen, blijven na het dichtslaan toch vooral de persoonlijke relaties van de belangrijkste personages in je hoofd nazingen. Je kan er niets aan doen. Net als zo’n bekend en populair deuntje in de lift of in de wachtkamer van de huisarts. Je wil er geen aandacht aan besteden maar het is zo dominant aanwezig dat het onmogelijk is het naar de achtergrond te verdringen. Het nieuwe uiterlijk van de serie heeft in dat opzicht dus niet geholpen. Het is nu witter dan wit. Maar dat heb je nu eenmaal met een goede soap. 

Nu maar weer eens een echte thriller gaan lezen.


De test
Hjorth Rosenfeldt
Uitgeverij Cargo
Prijs: € 19,99





vrijdag 5 augustus 2016

Dee Brown: De slag bij Little Big Horn

Geschiedenisles



De uit Louisiana afkomstige journalist Dee Brown schreef een groot aantal boeken over het Amerikaanse westen, waaronder het standaardwerk Begraaf Mijn Hart Bij de Bocht van de Rivier. Een opvallende eigenschap is vooral de enorme leesbaarheid van al zijn boeken en zijn grote liefde voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Maar bovenal de toch altijd weer waarheidsgetrouwe weergave van de feiten, in hoeverre die althans nog allemaal volledig bekend zijn. Eén van de hoogtepunten in het rijtje boeken van Dee Brown is De Slag bij Little Big Horn over de beroemde laatste veldslag van generaal George Armstrong Custer. Het boek beslaat in een soort van dagboekvorm de periode van 17 mei tot 25 juni 1876 als het Amerikaanse leger in de Black Hills van Montana een poging onderneemt om de Indiaanse weerstand van beroemde krijgers als Sitting Bull en Crazy Horse te breken. Iedereen die (vroeger) op school een beetje heeft opgelet tijdens de geschiedenisles weet hoe die legendarische veldslag is afgelopen. Het werd een glorieuze overwinning voor de Indianen maar desondanks tevens het begin van het einde van hun manier van leven. 

In het boek komen een groot aantal personen in eigen hoofdstukken aan bod en krijgt je in romanvorm te weten hoe zij deze periode uit de geschiedenis van Amerika hebben ervaren. Veel informatie wist Dee Brown te verzamelen uit oude verslagen en getuigenverklaringen, maar daarnaast vulde hij de bestaande gegevens aan vanuit zijn eigen fantasie. Maar uiteindelijk ontstaat er een goed en redelijk accuraat beeld van de strijd tussen het Amerikaanse leger en de roodhuiden die vochten voor het behoud van hun land en hun cultuur. Enigszins storend bij de vertaling is dat de namen van de beroemde opperhoofden ook allemaal een Nederlandse klank hebben gekregen, zodat de Lakota leider Crazy Horse plotseling Gek Paard blijkt te heten. Alle personages die Brown in zijn boek opvoert hebben ook echt meegedaan aan de strijd die Custer met zijn 7de Cavalerie aanging tegen een overmacht aan Indianen. De manier waarop Dee Brown het verhaal weet te vertellen is zeer beeldend en bij tijden zelfs imponerend. De spanning en verwachtingen bij de soldaten als een confrontatie onvermijdelijk lijkt is prima beschreven, terwijl ook de wanhoop en uitzichtloosheid tijdens de uiteindelijke veldslag bijna fysiek voelbaar is. 

Tot op de dag van vandaag is het onduidelijk waarom George Armstrong Custer besloot om een krijgsmacht aan te vallen die drie keer zo groot was als die van hem. Mogelijk ligt de verklaring in zijn rebellerende karakter en zijn grenzeloze ambitie om de grootste veldheer van zijn land te worden. In de Amerikaanse Burgeroorlog had hij zich weten te onderscheiden tot één van de succesvolste noordelijke generaals, maar het lot was hem bij zijn laatste slag duidelijk minder goed gezind. Toen zijn lichaam bij Little Big Horn werd gevonden, sprak een van de soldaten de legendarische woorden: 'Daar ligt hij, moge God hem vervloeken...'. Waardoor George Armstrong Custer uiteindelijk niet de geschiedenisboeken is ingegaan als de grote winnaar die hij tijdens zijn leven altijd dacht te zijn.


De slag bij Little Big Horn
Dee Brown
Uitgeverij In de Knipscheer
Prijs: € 10,00





maandag 1 augustus 2016

Brad Thor: Machtsvirus

RAMBO



Soms moet je uit je comfort zone treden. Dat heb ik althans wel eens gehoord. Of gelezen. Waarom dat moet weet ik eigenlijk niet. Misschien om nieuwe dingen te ontdekken? Toen ik het boek Machtsvirus van Brad Thor in handen kreeg, besloot ik het in ieder geval niet direct opzij te schuiven en te kwalificeren als pulp, maar mijzelf te verrassen door het daadwerkelijk te gaan lezen. Even geen veilige wegen bewandelen en meer van het vertrouwde in mij op te nemen. Nee, ik ging beginnen aan een geheel nieuw avontuur door een boek te lezen dat mij in alles tegenstond. Uit de comfortzone knallen, als het ware. De naam van de auteur leek op die van een afkeurde Marvel held, het giftig groene uiterlijk van het boek had niet echt iets dat mij wist aan te spreken en de kreet van uitgeverij Karakter dat het ‘meer boek voor mannen” betrof deed mij erg denken aan een gedateerde en tenenkrommende film van RTL7. Met andere woorden: ik had er eigenlijk wel zin in.

Na tien bladzijden van Machtsvirus was dat gevoel echter wel weer verdwenen. Waar ben ik nu weer aan begonnen? De schrijfstijl van Brad Thor valt binnen een geheel eigen categorie, waarin hij zijn gelijke mogelijk niet heeft. Mag je het wel een stijl noemen? Mag je het sowieso wel schrijven noemen? Het is van een bijna lachwekkend niveau, alsof je naar een oude film van Rambo kijkt dat door een Chinees met een spraakgebrek wordt nagesynchroniseerd. Geen touw aan vast te knopen en hoewel je enigszins wel begrijpt wat de auteur je wil doen geloven, is het met een soort van plaatsvervangende schaamte dat je het verhaal tot je neemt. Het schiet alle kanten op, heeft uitsluitend slechte en vooral ongeloofwaardige dialogen, kent totaal geen verrassingen en bevat voornamelijk zeer vlakke personages. 

Op de omslag staat een quote van Dan Brown. Zal die daar dan al dat geld mee verdienen? Hoeveel kan je wel niet krijgen als bestsellerauteur om het gebrabbel van een man als Brad Thor te verheffen tot kunst? Dit boek is een totaal mislukte poging om een verhaal te vertellen. Geen idee of de andere boeken van Thor beter zijn, maar slechter is in ieder geval bijna onmogelijk. 

Ik ga snel weer terug in mijn comfort zone. 

Brad Thor. 

Volgens mij zit er een letter R teveel in die naam.


Machtsvirus
Brad Thor
Uitgeverij Karakter
Prijs: € 19,99