zondag 27 november 2016

Thijs Zonneveld: Thomas Dekker, Mijn gevecht

Een vervelende en narcistische man




Ik heb helemaal niets met wielrennen. Ik geef er werkelijk niets om. De Tour de France is in mijn ogen één van de meest saaie en overbodige sportevenementen van het jaar. Dat werd niet beter toen er de afgelopen jaren steeds meer werd gezegd en geschreven over het dopinggebruik van veel wielrenners. Het creëerde bij mij het beeld dat niet de beste wielrenners de belangrijke wedstrijden winnen, maar de renners met de beste of meeste doping. Het staat daarmee haaks op alles wat ik juist zie als de schoonheid van alle vormen van sport. Lance Armstrong werd aan de hoogste boom opgeknoopt, maar ik had al snel het idee dat hij tevens als afleidingsmiddel werd gebruikt. Alle aandacht ging naar de man die lange tijd als de beste wielrenner ooit werd gezien, zodat de rest van de wielersport een beetje in de schimmige luwte kon blijven. Inmiddels weten we beter en lijkt het er bijna op dat er geen enkele wielrenner is die nog nooit doping heeft gebruikt. 

Van Thomas Dekker had ik nog nooit gehoord. De foto op de omslag van het boek van Thijs Zonneveld deed bij mij geen enkel lampje branden. Ik zag hem op televisie bij DWDD en had eerlijk gezegd meteen een hekel aan hem. Toegeven dat je doping hebt gebruikt. Lekker makkelijk, zoveel jaar na je zogenaamde carrière, nadat je bent betrapt en je geen enkele kant meer op kan. In de tijd dat hij met doping in z'n lichaam al zijn wedstrijden reed deed hij zijn best om alles voor iedereen te verbergen, maar dan nu een boek laten schrijven en daarin alle collega’s, vrienden en begeleiders aan de schandpaal nagelen. Natuurlijk is het goed dat we weten hoe onvoorstelbaar verrot de wielerwereld is, maar wie ben jij dan om als dader meteen iedereen erbij te lappen? Aan de andere kant: als niemand iets durft te zeggen dan blijft de sport zo verziekt als maar kan en zal er dus ook weinig of niets veranderen.

Met Thomas Dekker: Mijn gevecht doet Thijs Zonneveld uit naam van Thomas Dekker in 220 pagina’s een poging om uit te leggen waarom hij uit de school klapt. Het verhaal lijkt op zich wel eerlijk en Dekker is hard over zijn eigen rol in het geheel. Hij heeft het tenslotte allemaal zelf opgezocht en niemand heeft hem ooit gedwongen om te doen wat hij allemaal heeft gedaan. Dekker was de gouden jongen met een grote toekomst, die echter op alle belangrijke momenten de verkeerde beslissingen nam. Nu zijn geweten begint op te spelen besluit hij schoon schip te maken en iedereen erbij te lappen. Op het eind van het boek doet hij een poging om net te doen alsof hij nog wat eer en geweten heeft, door een andere wielrenner geen schorsing van acht jaar te bezorgen. De meeste namen die hij in het boek noemt zijn voor mij onbekende personages. Slechts een enkele naam klinkt enigszins bekend, maar ik kan er geen gezichten bij plaatsen. Ik krijg als absolute buitenstaander echter wel de indruk dat de wielrennerij jarenlang een oplichtersbende is geweest. Wilde je een koers winnen, dan moest je stijf staan van de verboden middelen. Inmiddels schijnt dat allemaal anders te zijn, mede door de introductie van het bloedpaspoort. Of dat ook zo is? Ik heb geen idee. Misschien worden er nu middelen gebruikt die op dit moment nog niet traceerbaar zijn. Onderschat nooit de vindingrijkheid van de menselijke geest. 

Voor veel mensen zal er altijd een verdacht geurtje blijven hangen boven de wielersport. Vooral als mensen als Thomas Dekker de deur op een kiertje zetten. Ik heb het boek gelezen uit pure interesse. In sport in het algemeen. Maar uiteraard ook omdat ik benieuwd was naar de vuile was. Om te zien of mijn vooroordelen zouden worden bevestigd. Dat laatste is zeker het geval. Het boek is minder smeuïg als optredens van auteur en wielrenner bij DWDD deden vermoeden. Het is buiten de inmiddels welbekende schimmigheid vooral het verhaal van een wielertalent die heel hard kon fietsen en in alles de beste wilde zijn. Die te jong teveel geld kreeg en geen weerstand kon bieden aan alle verleidingen. Een kleine jongen in een snoepwinkel. Thijs Zonneveld heeft het allemaal met veel vaart en souplesse opgeschreven en je schiet daarom in de hoogste versnelling van start naar finish. Dekker lucht zijn hart, zegt dat hij hoopt dat jonge wielrenners van zijn verkeerde keuzes zullen leren. Maar toch ontkom je niet aan het idee dat als hij morgen weer op de fiets zou kunnen klimmen, hij waarschijnlijk weer dezelfde fouten zal gaan maken. De wens om te winnen, de honger naar succes en macht. Ik heb niet echt kunnen ontdekken waarom hij nu zijn verhaal heeft willen doen. Misschien wel omdat hij dacht dat het een bestseller kon worden. Dat blijkt inderdaad het geval. 

Het boek van Thijs Zonneveld geeft mij in ieder geval een dubbel gevoel. Dekker is er niet sympathieker op geworden en lijkt te bevestigen dat het eigenlijk maar een vervelende en narcistische man is. Het lijkt soms ook een wraakactie om ervoor te zorgen dat niet alleen hij maar ook andere daders ter val worden gebracht. Ik heb absoluut geen medelijden met die mensen, maar toch lijkt het door het hele boek heen wel te wringen. Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik ervan moet denken, maar de kans dat ik ooit nog eens een liefhebber van wielrennen zal worden is inmiddels kleiner dan ooit tevoren.


Thomas Dekker: Mijn gevecht
Thijs Zonneveld
Uitgeverij Voetbal Inside
Prijs: € 19,99






zondag 13 november 2016

M.J. Arlidge: Klikspaan

Herhaling van zetten


De Boekerij heeft er overduidelijk veel zin in. Met Klikspaan brengen ze in recordtijd het vierde boek uit van de tweeënveertigjarige Engelse auteur M.J. Arlidge. Eerder dit jaar verschenen al Piep zei de muis en Pluk een roos, respectievelijk het tweede en derde boek in de reeks over de afdeling Zware Misdrijven van de politie in het Engelse Southampton, terwijl vorig jaar met Iene Miene Mutte de aftrap werd gedaan. Het gaat zo snel bij de uitgeverij dat ze blijkbaar nauwelijks de tijd hebben om normale titels te bedenken. Bij het debuut van Arlidge twijfelde ze misschien nog even tussen “Tien pond kaas” en “Is de baas”, terwijl het zojuist verschenen nieuwe deel over inspecteur Helen Grace voor hetzelfde geld “Boterspaan” had geheten. Ik denk graag dat de directeur van De Boekerij op het laatste moment zijn veto heeft uitgesproken. Je bent de baas of je bent niet de baas en een titel als “Boterspaan” liet hij natuurlijk niet zomaar door zijn straatje gaan.

Genoeg over de vreemde titels. Het gaat – van je ras, ras, ras – uiteindelijk vooral om de inhoud van het boek. Jammer genoeg ben ik daar ook niet al te positief over. Net als zijn vorige boeken leest Klikspaan heel erg vlot en in korte hoofdstukken zit de vaart er vooral in de eerste helft van het verhaal weer goed in. Het verrassende niveau van zijn eerste boek weet Arlidge echter bij lange na niet te halen. Het lukt hem ook nog steeds niet om zijn personages beter uit te diepen. Over Helen Grace weten we inmiddels wel het een en ander, maar haar collega’s blijven iedere keer weer in het donker staan. In sommige gevallen overleven ze het boek niet eens en het zorgt ervoor dat het erg moeilijk is om een band te krijgen met het team van Grace. Bij het eerste deel in de serie was dat nog niet zo heel erg en maakte de spanning veel goed, maar bij ieder nieuw deel begint het meer en meer te knagen. Na het lezen van Klikspaan neemt de ergernis toe en lijkt het verhaal in combinatie met de hoofdpersoon als los zand aan elkaar te hangen. Dat is jammer, want Arlidge bezit absoluut de kwaliteiten om beter te presteren. Misschien dat hij zijn boeken nog teveel blijft benaderen als een script voor een televisieserie, waar het visuele aspect een belangrijke rol heeft in het leggen van onderlinge verbanden. In een boek zal je dat veel meer moeten uitwerken. Daarnaast haalt de auteur ook steeds weer hetzelfde trucje uit. In de eerste delen had Helen Grace steeds een leidinggevende waarmee ze op voet van oorlog leefde. Na drie boeken was dat wel een uitgekauwd gegeven geworden. Deze keer heeft ze op het oog een betere baas, maar heeft ze de rol van kwade genius gewoon in de schoenen van een ander persoon geschoven. Een ander jasje, maar wel weer hetzelfde gegeven. Zoals je ook de rol van journaliste Emilia Garanita inmiddels blindelings kan invullen, al is het opvallend dat de door haar geschreven stukken in de krant deze keer nauwelijks meer aandacht krijgen dan een of twee regeltjes binnen het verhaal. 

Er zitten deze keer ook vrij veel ongeloofwaardige stukken in het boek. Een rechercheur zit twee uur zo anoniem mogelijk in de stamkroeg van een verdachte te wachten in de hoop hem daar te kunnen arresteren. Als de man dan eindelijk binnenkomt doet ze haar best om niet op te vallen en op assistentie te wachten. En dus snauwt ze de barkeeper in de volle kroeg af dat zijn bier naar pis smaakt en vraagt ze of hij voortaan niet meer in haar bier wil spugen…. Lekker onopvallend dus. Zo zijn er echter wel meer voorbeelden te noemen. Grace moet zich met geweld ontdoen van een doorgeslagen SM-meester, laat hem bewusteloos achter en is blij dat hij niet weet dat ze bij de politie werkt. Vervolgens is ze iedere dag in het journaal te zien als de rechercheur die de jacht op de brandstichter heeft geopend. Het zorgt tijdens het lezen voor flink wat irritatie, terwijl het verhaal zelf zich tegen het eind zonder enige inspiratie voortsleept . Alles bij elkaar opgeteld maakt het van Klikspaan een tegenvallend boek en je kan je afvragen of Arlidge het tij nog wel kan keren. Feitelijk zie je ieder boek fors minder en voorspelbaarder worden, terwijl de ingrediënten wel degelijk aanwezig zijn om een kwalitatief zeer goede serie te maken. 

Goed kunnen schrijven is gewoon niet genoeg. Het moet een samenhangend en origineel verhaal zijn en bij een serie moeten de personages zich vooral blijven ontwikkelen. Met beide kernvoorwaarden heeft de auteur blijkbaar moeite. Waaruit blijkt dat het bedenken van scenario’s voor televisieseries en het schrijven van thrillers toch echt twee totaal verschillende disciplines zijn.


Klikspaan
M.J. Arlidge
Uitgeverij De Boekerij

Prijs: € 19,99




dinsdag 1 november 2016

Michel van Egmond: De wereld volgens Gijp

Een rouwrandje



Natuurlijk is René van der Gijp een fenomeen. Dankzij het altijd spraakmakende televisieprogramma Voetbal Inside krijgt hij twee keer per week een platform om zijn voetbalkennis en zijn voor veel mensen onweerstaanbare humor te tonen. Het is over het algemeen moeilijk om een hekel aan hem te krijgen, met zijn – al dan niet gekunstelde – schaterlach, zijn duidelijke mening over het hedendaagse voetbal, zijn sterk relativerende verhalen over zijn eigen voetbalcarrière en over de vele randzaken binnen en buiten het voetbal. René van der Gijp is feitelijk een nationaal bezit geworden en dus weten wij ook bijna alles over hem. Veel verteld hij zelf op televisie en een deel komt tot ons via onder andere Johan Derksen, Jan Boskamp en/of Hans Kraaij jr. Het door Michel van Egmond geschreven boek GIJP deed vervolgens de rest. 

Hoewel Van der Gijp zijn privéleven wel enigszins probeert af te schermen, haalt hij natuurlijk wel de krant als er binnen zijn persoonlijke omgeving wat heeft plaatsgevonden. Dat is enerzijds de keerzijde van het succes en aan de andere kant een al dan niet logisch vervolg van zijn rol als bekende Nederlander. Na het enorme succes van GIJP besloten Michel van Egmond en René van der Gijp aan een vervolg te werken. Hoewel de ex-voetballer lange tijd een tweede boek had uitgesloten, hadden er in zijn privéleven dusdanig veel dingen plaatsgevonden dat hij mogelijk dacht dat dit de beste manier was om alle vragen te beantwoorden en de draad van zijn leven weer op te pakken. 

Het begin van De wereld volgens Gijp is als vanouds. Lachen, gieren, brullen. Precies zoals het grootste deel van het zeer succesvolle eerste boek. Langzaam maar zeker wordt de toon echter serieuzer, met name als het plotselinge overlijden van zijn vriendin aan bod komt. Was voetbal voorheen voor Van der Gijp vooral een vorm van groot vermaak, plotseling is het een manier om de dag door te komen. Een bron van troost en een manier om dichter bij zijn zoon te komen, voor wie hij plotseling alle verantwoordelijkheid heeft. 

Buiten de ex-voetballer komen ook veel van zijn vrienden aan het woord. Het levert een mooi portret op van René van der Gijp, welke een kant van hem belicht die hij nog nooit eerder aan de wereld heeft getoond. De man achter de schaterlach, het mens achter de humor. Een vader die de wereld niet meer begrijpt, die vol schuldgevoel zit en die weet dat zijn leven enorm gaat veranderen. Die daar echter ook totaal niet voor wegloopt en volledig zijn verantwoordelijkheid neemt. Een man die instinctief weet wat hij moet en wil doen. Die geen seconde twijfelt bij het nemen van de juiste beslissingen, zoals hij ook als voetballer een speler was die intuïtief wist wat hij wel en niet moest doen. 

Opvallend is ook dat Van der Gijp helder en duidelijk praat over zijn op het oog vrij zonderlinge – of misschien wel excentrieke – eigenschappen. Hij schaamt zich nergens voor, leefde zijn leven op zijn eigen manier en had maling aan wat andere daar van vonden. Waarom ook niet? Het is zijn leven, hij doet niemand kwaad en valt niemand lastig. En mocht je hem op de televisie vervelend of onbeschoft vinden: dan zap je maar naar een ander net of zet je hem uit. Het kan Gijp allemaal niets schelen. Tijdens het lezen vergeet je soms dat het boek over Gijp gaat, maar niet zelf door hem is geschreven. Die taak heeft Michel van Egmond op zich genomen. Het verhaal is echter zeer persoonlijk en soms intiem. Als ook de moeder van de ex-voetballer komt te overlijden, brengt Van Egmond dat ook weer op een zeer integere manier in beeld. Voor Van der Gijp is het duidelijk een ander soort verdriet. Intens, maar wel iets wat hij veel beter en sneller kan accepteren. 

Net als het eerste deel is ook De wereld volgens Gijp een meeslepend en humoristisch boek. Deze keer echter met een rouwrandje, wat niet verwonderlijk is. Het maakt het verhaal van Michel van Egmond daardoor menselijker dan ooit en kom je dichter bij Gijp dan ooit tevoren.


De wereld volgens Gijp
Michel van Egmond

Uitgeverij Voetbal Inside
Prijs: € 19,99